12
NL
Achterpaneel
2
11
13
12
11. DC connector: Sluit de DC plug van de lichtnetadapter hier aan.
12. 6.35mm audio uitgang: Sluit de audiokabel van deze jack op de ingang van een versterker, mengpaneel enz.
aan.
13. Gebalanceerde XLR uitgang: Sluit de audiokabel van deze jack op de ingang van een versterker, men-
gpaneel enz. aan.
MICROFOON KENMERKEN
1
2
3
1. Grid: Beschermt het element en mindert adem
en wind geluiden.
2. Lage batterij indicatie: Licht op indien de bat-
terijspanning laag wordt en de batterijen moeten
worden vervangt.
3. Aan/uit schakelaar.
PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN
Schuif het batterij vak open en plaats twee AA batterijen met de juiste polariteit
in het vak. Sluit het vak.
ADVIES VOOR BATTERIJEN IN DE AFSTANDSBEDIENING
Dit symbool geeft aan dat gebruikte batterijen en accu’s niet bij het huisvuil mogen
worden weggegooid, maar moeten worden gedeponeerd in gescheiden inzamelpunten voor recycling.
WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN BATTERIJEN
Er is explosiegevaar als de batterij verkeerd is geplaatst. Alleen vervangen door hetzelfde of een vergelijkbaar type. Tegen
hitte beschermen. Bij langere niet-gebruik batterijen uit het vak verwijderen.
Slik de batterij niet in. Gevaar voor chemische brandwonden. Als u twijfelt of de batterijen zijn ingeslikt of in een ander deel
van het lichaam zijn ingebracht, neem dan onmiddellijk contact op met een arts
Houd nieuwe en oude batterijen buiten het bereik van kinderen.
Als het batterijcompartiment niet goed sluit, stop dan met het gebruik van het product en houd het buiten het bereik van
kinderen.
SYSTEEM AANSLUITING
1. Aansluiting van het lichtnet: Sluit de DC connector van de meegeleverde lichtnetadapter op de DC ingang van
de ontvanger aan. Sluit de AC connector op een geschikte stopcontactdoos aan.
2. Antenne: Plaats de antenne in een hoek van 90° .
3. Audio aansluiting: Sluit de juiste uitgang van de ontvanger via een jack kabel op de ingang van een verster-
ker, mengpaneel enz. aan.
AANBEVELINGEN VOOR OPTIMALE PRESTATIES
⠗
De ontvangantenne moet altijd van de microfoon positie zichtbaar zijn.
⠗
De afstand tussen zender en ontvanger moet zo kort als mogelijk zijn.
⠗
Stel de ontvangantennes niet in de buurt van metalen oppervlakten en
obstakels.
⠗
Controleer regelmatig de batterijspanning en vervang de batterij zodra
de rode led oplicht.
⠗
Wanneer U meerdere ontvangers opeen stapelt of in een rack inbouwt,
laat de antennes niet elkaar aanraken of kruizen.
⠗
Maak een test voor de prestatie. Wanneer U “dode punten” vindt, ver-
plaats de ontvanger. Als de dode punten blijven, markeer deze en vermijdt ze tijdens de prestatie.
⠗
Plaats de ontvanger in 1m afstand van de grond en laat tenminste 1m vrije ruimte om de ontvanger.