48 NL/BE
Verwijder de batterijen uit het product als het gedurende een lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. De batterijen kunnen bij langdurige
opslag corroderen en zichzelf ontladen.
In- / Uitschakelen
Voor het inschakelen van het product schuift u de LOCK-schakelaar
4
in de positie . Het product projecteert meteen na het inscha-
kelen twee laserlijnen uit de laseropening
7
.
Voor het uitschakelen van het product schuift u de LOCK-schakelaar
4
in de positie . Bij het uitschakelen wordt het pendelmechanisme
vastgezet.
Automatische nivelleerfunctie gebruiken
Om met de automatische nivelleerfunctie te werken, zet u het pro-
duct op een horizontale, vaste ondergrond of bevestigt u het met
de - schroefdraad
6
op het statief.
Na het inschakelen compenseert de automatische nivelleerfunctie
ongelijkheden binnen het zelfnivelleringsbereik van ± 4 ° automa-
tisch. De nivellering is klaar zodra de laserlijnen niet meer bewegen
en het led-controlelampje
2
groen oplicht.
Als de automatische nivellering niet mogelijk is, bijv. omdat de on-
derkant van het meetapparaat niet waterpas staat en daar meer
dan 4° van afwijkt of als het product los in de hand wordt gehou-
den, dan licht het led-controlelampje
2
rood op en de horizontale
en verticale laserlijnen worden uitgeschakeld.
Opmerking:
het werken zonder automatische nivellering wordt
altijd door het rode led-controlelampje
2
aangegeven.
Opmerking:
bij verstoringen of verplaatsingen tijdens het in
bedrijf zijn stelt het product automatisch de nivellering opnieuw in.
Controleer na een nieuwe nivellering de positie van de horizontale
of verticale laserlijn ten opzichte van referentiepunten om fouten te
voorkomen.
Enkele lijn en gekruiste lijnen gebruiken
Als het product zich in de automatische nivellering bevindt en de
onderkant van het meetapparaat minder dan 4 ° van waterpas af-
wijkt (groene led aan), drukt u voorzichtig op de H-knop
1
om de
horizontale lijn in- of uit te schakelen.
Druk respectievelijk op de V-knop
3
om de verticale lijn in- of uit
te schakelen.