NL/BE
53
–
Draag geschikte persoonlijke beschermingsmidde-
len. Hieronder wordt verstaan:
–
Gehoorbescherming om het risico op gehoorbe-
schadiging te beperken.
–
Bescherming van de ademhalingswegen om
het risico op inademing van gevaarlijk stof te
verminderen.
–
Draag handschoenen bij het hanteren van
zaagbladen en onbewerkte materialen. Vervoer
zaagbladen, indien mogelijk, in een houder.
–
Draag een veiligheidsbril. Vonken die tijdens
het werk ontstaan of vrijkomende houtsplinters,
houtkrullen en stof uit het apparaat kunnen leiden
tot verlies van het gezichtsvermogen.
–
Sluit de machine aan op een stofopvanginrichting
wanneer u hout zaagt. De hoeveelheid stof die vrij-
komt is onder andere afhankelijk van de te bewerken
materiaalsoort, het belang van lokale opvang (op-
name of bron) en de juiste positionering van kappen,
keerschotten en geleiders.
–
Gebruik geen zaagbladen van hooggelegeerd
sneldraaistaal (HSS-staal).
2
Onderhoud en instandhouding
–
Haal bij instel- of onderhoudswerkzaamheden altijd
de stekker uit het stopcontact.
–
De geluidsproductie is afhankelijk van verschillende
factoren, zoals de kwaliteit van het zaagblad en de
toestand van het zaagblad en de machine. Gebruik,
indien mogelijk, zaagbladen die zijn ontworpen voor
een lagere geluidsproductie, voer regelmatig onder-
houd uit aan machine en toebehoren en verricht zo
nodig herstelwerkzaamheden om de geluidsproduc-
tie te verminderen.
–
Meld aangetroffen fouten aan de machine, de vei-
ligheidsvoorzieningen of opzetstukken direct aan de
verantwoordelijke veiligheidsfunctionaris.
3
Veilig werken
–
Gebruik alleen zaagbladen waarvan het maxi-
maal toegestane toerental is niet lager is dan het
maximale spiltoerental van de tafelcirkelzaag en die
geschikt zijn voor het te bewerken materiaal.
–
Controleer of de zaag in geen enkele positie de
draaitafel raakt door, nadat de stekker uit het
stopcontact is gehaald, het blad met de hand in de
standen 45° en 90° te draaien. Stel zo nodig de
zaagkop opnieuw af.
–
Gebruik voor het transport van de machine alleen de
transportvoorzieningen. Gebruik nooit de veilig-
heidsvoorzieningen om het apparaat te hanteren of
te transporteren.
–
Zorg ervoor dat tijdens het transport het onderste
deel van het zaagblad afgeschermd is, bijvoorbeeld
door de veiligheidsvoorzieningen.
–
Let erop dat u alleen afstandsschijven en spilringen
gebruikt die geschikt zijn voor het door de fabrikant
vermelde doel.
–
De vloer rondom de machine moet waterpas, schoon
en vrij van losse deeltjes, zoals spanen en zaagres-
ten, zijn.
–
De werkpositie bevindt zich altijd aan de zijkant van
het zaagblad
–
Verwijder geen zaagresten of andere delen van het
werkstuk uit de verwerkingszone zolang de machine
met onbeschermd zaagblad draait en de zaageen-
heid zich nog niet in de rustpositie bevindt.
–
Zorg ervoor dat de machine, indien mogelijk, altijd
op een werkbank of tafel bevestigd is.
–
Lange werkstukken moeten worden ondersteund om
te voorkomen dat ze na het zagen van de tafel val-
len (bijvoorbeeld met een rolstaander of rolbok).
Waarschuwing!
Dit elektrisch apparaat genereert een
elektromagnetisch veld als het is ingeschakeld. Dit veld kan
onder bepaalde omstandigheden interfereren met actieve
of passieve medische implantaten. Om het risico op ernstig
of dodelijk letsel te beperken, raden we personen met
medische implantaten aan om hun arts en de fabrikant van
het medische implantaat te raadplegen voordat de machine
wordt gebruikt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DE
BEHANDELING VAN ZAAGBLADEN
1
Gebruik alleen gereedschap als u weet hoe u ermee
om moet gaan.
2
Houd rekening met het maximale toerental. Het maxi-
male toerental dat op het gereedschap staat vermeld,
mag niet worden overschreden. Houd u, indien aange-
geven, aan het toerentalbereik.
3
Let op de draairichting van de motor en het zaagblad.
4
Gebruik geen gereedschap dat barsten vertoont. Gooi
het gereedschap weg als het barsten vertoont. Het is
niet toegestaan om het te repareren.
5
De klemoppervlakken moeten van vuil, vet, olie en
water worden ontdaan.
6
Gebruik geen losse pasringen of -bussen om de boring
van cirkelzaagbladen te verkleinen.
7
Zorg ervoor dat de bevestigde pasringen voor de bor-
ging van het gereedschap dezelfde diameter hebben
en dat ze minimaal 1/3 van de snijdiameter hebben.
8
Controleer of de bevestigde pasringen parallel aan
elkaar lopen.
9
Wees voorzichtig bij het gebruik van de inzetstukken.
Bewaar ze bij voorkeur in de originele verpakking
en of in speciale houders. Draag beschermende
handschoenen om de grip te vergroten en de kans op
persoonlijk letsel nog verder terug te dringen.
10
Controleer voordat u de inzetstukken gebruikt of de vei-
ligheidsvoorzieningen correct zijn aangebracht.
11
Controleer vóór gebruik of het toegepaste inzetstuk
aan de technische eisen van deze machine voldoet en
of het goed bevestigd is.
12
Gebruik het meegeleverde zaagblad alleen voor
het zagen van hout en nooit voor het bewerken van
metalen.
13
Waarschuwing! Gebruik de zaag nooit voor het zagen
van andere dan de vermelde grondstoffen.
14
Gebruik de zaag uitsluitend als de veiligheidsinrich-
tingen functioneren, zich in goede staat en in de juiste
positie bevinden.
Summary of Contents for 290768
Page 5: ...Fig 5 28 29 6 2 3 27 26 1 34 Fig 4 Fig 5 Fig 7 32 31 Fig 7 Fig 6 30 33 Fig 6...
Page 17: ...GR CY 12 13 14 14 16 18 19 19 20 20 20 21 21 21 22 22 24 72...
Page 19: ...GR CY 14 S6 10 25 3 mm 10 mm LpA 99 6dB A K 3dB A LwA 112 6dB A K 3dB A 85 dB A Zmax 0 27 1 2...
Page 20: ...GR CY 15 3 4 18 16 5 N 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19...
Page 21: ...GR CY 16 20 21 22 23 1 EN 847 1 HSS 2 3 45 90...
Page 22: ...GR CY 17 1 2 3 4 5 6 7 1 3 8 9 10 11 12 13 14 15 16 2...
Page 23: ...GR CY 18 1 2 3 4 5 6 2006 66 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18...
Page 24: ...GR CY 19 26 4 34 4 34 4 90 95 cm 80 cm 2 12 1 1 17 10 17 1 1 1 2 14 15 19 14 1 1 1 2 18 16 18...
Page 27: ...GR CY 22 30 V VDE DIN VDE DIN H 07 RN 230 V 25 m 1 5...
Page 28: ...GR CY 23...
Page 29: ...GR CY 24 3...
Page 78: ...147 148...