- 100 -
– Met het signaalwoord AANWIJZING zijn algemene voorzorgs-
maatregelen aangeduid, die bij het gebruik van het product in
acht genomen moeten worden om schade aan het product te
voorkomen.
1.4 Vóór een behandeling
Vóór de behandeling van de aandoeningen dient in ieder geval
onderzoek door een arts plaats te vinden.
Alleen door een arts voorgeschreven of aanbevolen medica-
menten mogen worden gebruikt.
Patiënten die allergisch of afwijzend op de therapie reageren,
mogen de therapie niet doen.
Na een operatieve ingreep en bij ontsteking van het middenoor
dient de arts een risico-batenanalyse met betrekking tot vibre-
rende aerosols te maken alvorens met de therapie te beginnen.
1.5 Behandeling van baby's, kinderen en
hulpbehoevende personen
Baby's, kinderen en hulpbehoevende personen mogen alleen
onder permanent toezicht van een volwassene inhaleren. Alleen
zo kan een veilige en doeltreffende therapie worden gegaran-
deerd. Deze groep personen schat gevaren (bijv. wurging met
de slang) dikwijls verkeerd in, waardoor er gevaar voor letsel kan
bestaan.
Het product bevat kleine onderdelen. Kleine onderdelen kunnen
de luchtwegen blokkeren en tot verstikkingsgevaar leiden. Let er
daarom op dat u de compressor, de vernevelaar en het toebeho-
ren steeds buiten bereik van baby's en peuters bewaart.
De vernevelaars zijn alleen geschikt voor patiënten die zelfstan-
dig ademen en bij bewustzijn zijn. Alleen zo is een doeltreffende
therapie mogelijk en wordt verstikkingsgevaar voorkomen.