35
NL/BE
j
Plaats de steunbokken onder de geoorloofde
steunpunten van de auto.
j
Ontlast de krik door de stang
7
met de ovale
opening op het daalventiel
5
te plaatsen en
de stang
7
iets tegen de klok in te draaien en
vervolgens onmiddellijk weer terug te draaien.
De schotel
1
stuurt iets naar beneden en de
auto wordt door de steunbokken gedragen.
Q
Auto neerlaten
LEVENSGEVAAR!
Waarborg dat zich geen
personen of hindernissen onder de auto bevin-
den waaneer u de auto neerlaat.
VOORZICHTIG!
Laat de auto slechts langzaam
zakken. In het andere geval dreigt gevaar voor let-
sel en voor schade aan het product resp. de auto.
j
Krik de auto eerst een beetje op, zodat u de
steunbokken kunt verwijderen. Ga daarvoor te
werk als in het hoofdstuk “Auto opkrikken”
beschreven staat.
j
Verwijder de steunbokken.
j
Plaats de stang
7
met de ovale opening op
het daalventiel
5
en draai de stang langzaam
tegen de klok in (afb. C). De auto wordt lang-
zaam neergelaten.
Opmerking:
hoe verder u de stang
7
tegen
de klok in draait, hoe sneller de auto wordt
neergelaten. Draai daarom eerst zeer voorzichtig
om een gevoel te krijgen voor de juiste snelheid.
j
Stuur de schotel
1
zover omlaag dat hij niet
meer belast wordt. Trek de krik vervolgens onder
de auto vandaan. Oefen druk uit op de schotel
1
totdat hij volledig neergelaten is.
j
Sluit het daalventiel
5
door de stang
7
op
het daalventiel
5
met de klok mee te draaien.
j
Trek de stang
7
van het daalventiel
5
.
j
Draai de verlengschroef
2
weer omlaag als
deze omhooggeschroefd is.
Q
Reiniging en onderhoud
j
Smeer alle externe, bewegende onderdelen
goed in.
j
Reinig de hydraulische krik met een iets geoliede
doek.
j
Gebruik in géén geval scherpe of bijtende
reinigingsmiddelen.
Q
Onderhoud en opslag
Q
Hydrauliekolie bijvullen /
insmeren
Opmerking:
gebruik alleen hydrauliekolie con-
form ISO VG 15.
j
Plaats de krik verticaal op een vlakke, horizon-
tale ondergrond.
j
Draai de verlengschroef
2
volledig omlaag.
j
Plaats de stang
7
met de ovale opening op
het daalventiel
5
en draai de stang langzaam
tegen de klok in (afb. C) totdat de schotel
1
volledig neergelaten is.
j
Trek de olieplug
8
uit de olietank.
j
Vul hydrauliekolie in de tank vanuit een geschikt
reservoir. Vul de hydrauliekolie tot aan de on-
derste rand van de vulopening.
j
Verwijder eventueel voorhanden lucht uit het
hydraulieksysteem. Ga daarvoor te werk zoals
beschreven in de stappen 3-4 in het hoofdstuk
“Lucht uit het hydraulieksysteem verwijderen”.
j
Plaats de olieplug
8
weer in de olietank.
j
Smeer alle bewegende delen van de krik regel-
matig in om corrosie te voorkomen.
j
Vul ca. 100 – 105 ml olie bij als de olie hele-
maal verbruikt is.
Q
Lucht uit het hydraulieksysteem
verwijderen
Lucht in het hydraulieksysteem kan leiden tot storin-
gen in de functie van de krik.
Ga voor de verwijdering van de lucht uit
het hydraulieksysteem te werk als on-
derstaand beschreven staat:
1. Plaats de stang
7
met de ovale opening op
het daalventiel
5
en draai de stang tegen de
klok in (afb. C) totdat de schotel
1
volledig
neergelaten is.