5
Opbouw en functie
5.1 Overzichten beschrijving van de werking
De afstelling van de stranginregelafsluiters vindt plaats via een reprodu-
ceerbare voorinstelling. De berekende volumestroom dan wel drukval kan
voor iedere strang centraal vooraf worden ingeregeld en nauwkeuring wor-
den ingesteld.
De vereiste voorinstelwaarden staan vermeld in de debietdiagrammen. De
debietdiagrammen gelden voor toepassing van stranginregelafsluiters in de
aanvoer en retour, wanneer de stromingsrichting overeenkomt met de pijl-
richting. Alle tussenwaarden zijn traploos instelbaar. De gekozen voorinstel-
ling kan digitaal worden afgelezen op het handregelknopvlak (buitenste
indicatie volledige draaiingen van de handregelknop. Binnenste indicatie
1/10 draaiingen, zie afb. 7.1).
De aanslag van de voorinstelling blijft ook dan behouden, wanneer de
stranginregelafsluiter wordt gesloten.
De Oventrop stranginregelafsluiters hebben 2 aansluitboringen, waarin de
meetafsluiters zijn geschroefd om het drukverschil te meten (leveringssituatie).
5.2 Markeringen
• Vermelding van de CE-markering op de handregelknop:
CE-markering
0085
Aangeduide plek (bij de nominale
doorlaten die de drukvatenrichtlijn
betreffen)
• Markeringen op de behuizing:
OV
Producent
DN
Nominale doorlaat
PN / Class
Nominale druk
GJL250 / GG25; GJS500-7 / GGG50
Behuizingmateriaal
6
Inbouw
Voordat de afsluiter in de leiding wordt aangebracht, moet deze grondig
worden gespoeld. De inbouw is willekeurig (horizontaal, schuin of verticaal,
in stijgende of neergaande gedeelten). Er moet echter op worden gelet, dat
de appendage steeds in de pijlrichting wordt doorstroomd en dat er vóór
de appendage een recht leidingstuk met L = 3 x Ø en achter de appendage
een recht leidingstuk met L = 2 x Ø aanwezig is. De toepassing van de
regelafsluiters is zowel in de aanvoer als ook in de retour mogelijk.
Bovendien moet de handregelknop en de meetaansluitingen in ingebouwde
toestand goed toegankelijk zijn.
Neem de waarschuwingen onder punt 2 (Veiligheidsinstructies)
in acht!
7
Werking
7.1 Ontluchting van de installatie
Vóór de inbedrijfstelling moet de installatie worden bijgevuld en ontlucht.
Daarbij moet elke toegestane bedrijfsdruk in acht genomen worden.
7.2 Correctiefactoren voor water/glycolmengsels
Bij de debietinstelling moeten de correctiefactoren van de antivriesfabrikan-
ten in acht worden genomen.
7.3 Voorinstelling
1 De voorinstelwaarde op de stranginregelafsluiter instellen door de hand-
regelknop te draaien.
a) De buitenste indicatie laat de volledige draaiingen van de handregel-
knop zien.
b) De 1/10 draaiingen van de handregelknop worden door de binnenste
indicatie aangegeven.
2 Trek de afdekkap eraf. Ga met een schroevendraaier in de openingen van
de afdekkap en licht hem eruit.
3 Begrenzing van de ingestelde voorinstelwaarde door de binnenliggende
instelspindel tot aan de aanslag naar rechts te draaien. Gebruik daarvoor
een schroevendraaier maat 10.
4 Druk de afdekkap erop.
Afb. 7.1 Voorinstelling
7.4 Beveiliging van de voorinstelling
Schuif de borgdraad bij ingedrukte afdekkap door de boring van de handregelknop
en verzegel hem.
8
Toebehoren
Voor de voorinstelling en inregeling van de waterhoeveelheid biedt Oventrop twee
meettoestellen aan:
• Oventrop „OV-DMC 2"-meetsysteem
• Oventrop „OV-DMPC"-meetsysteem
Het toebehorenassortiment staat vermeld in de catalogus.
9
Onderhoud en reiniging
De appendage is onderhoudsvrij.
10 Vrijwaring
Op het moment van levering zijn de geldende garantievoorwaarden van Oventrop van
kracht.
4.2 Materialen
• „Hydrocontrol VFC“
- Rondflens volgens DIN EN 1092-2, PN 16
- Rondflens volgens DIN EN 1092-2, PN 6
- Boutcirkel van de flensaansluiting volgens ANSI 150
Afsluiterhuis (DN 200 - DN 300 van gietijzer GG 25 / EN-GJL 250 volgens
DIN EN 1561; DN 350 en DN 400 van sferisch gietijzer GGG 50 / EN-GJS-
500-7 volgens DIN EN 1563), kopstuk (DN 200 – DN 300 van sferisch gietij-
zer GGG 40 / EN-GJS-400-15 volgens DIN EN 1563; DN 350 en DN 400
van sferisch gietijzer GGG 50/EN-GJS-500-7 volgens DIN EN 1563) kegel
van brons, spindel van ontzinkingsbestendig messing, kegel met
afdichtring van PFTE dan wel EPDM. Onderhoudsvrije spindelafdichting
door dubbele O-ring van EPDM.
• „Hydrocontrol VFR", rondflens volgens DIN EN 1092-2, PN 16
afsluiterhuis, kopstuk en kegel van brons, spindel van RVS, kegel met
afdichting van PTFE. Onderhoudsvrije spindelafdichting door dubbele O-
ring van EPDM.
• „Hydrocontrol VFN', rondflens volgens DIN EN 1092-2, PN 25
afsluiterhuis van sferisch gietijzer (GGG 50/EN-GJS-500-7 volgens DIN EN
1563), kopstuk en kegel van brons, spindel van ontzinkingsbestendig mes-
sing, kegel met afdichtring van PFTE. Onderhoudsvrije spindelafdichting
door dubbele O-ring van EPDM.
• „Hydrocontrol VGC“, rollnut voor aansluitkoppelingen, PN 25
Hydrocontrol VGC, rollnut voor aansluitkoppelingen, PN 25 afsluiterhuis van
gietijzer (GG 250/EN-GJL-1561 volgens DIN EN 40), kopstuk van sferisch
gietijzer (GGG 400/EN-GJS-15-1563 volgens DIN EN 1563), kegel van
brons, spindel van ontzinkingsbestendig messing, kegel met afdichting van
PFTE. Onderhoudsvrije spindelafdichting door dubbele O-ring van EPDM.
4.3 Gewichten
DN
200
250
300
350
400
172
197
265
399
482
116
172
237
-
-
Gewicht ca. [kg]
Hydrocontrol VFC/VFR/VFN
Hydrocontrol VGC
!
9
VOORZICHTIG
• Tijdens de montage mag geen vet of olie worden gebruikt, omdat die
de afdichtingen kunnen vernielen. Vuildeeltjes zoals vet en olieresten
moeten, indien nodig, uit de toevoerleidingen worden gespoeld.
• Bij de keuze van het bedrijfsmedium dient rekening gehouden te wor-
den met de algemene stand van de techniek (bijvoorbeeld VDI 2035).
• Vóór de appendage moet een vuilfilter worden ingebouwd.
• Beschermen tegen geweld van buitenaf (zoals slag, stoot, trilling).
Na de montage moeten alle montagepunten op lekkage worden gecontro-
leerd.
Afdekkap
Hand-
regelknop
Plombe
Indicatie 1/10 omdraaiingen
van de handregelknop
Indicatie volledi-
ge omdraaiin-
gen van de
handregelknop