3
verstoppen. Het apparaat werkt dan minder efficiënt of helemaal niet.
Houd uw handen niet voor de afvoer van de verwarmingspomp en raak nooit het
beschermingsrooster van de ventilator aan.
Als u een storing of defect constateert zoals een geluid, rook, geur of een elektrisch
lek, schakel dan onmiddellijk het apparaat uit en neem contact op met een
professionele installateur.
Probeer nooit zelf het apparaat te repareren.
Gebruik en bewaar geen gas of vloeibare brandstoffen zoals
verdun-/oplosmiddelen, verf of benzine in de nabijheid van het apparaat, dit kan
brand veroorzaken.
De pomp moet minimaal 3.5 meter van het zwembad verwijderd zijn
De hoofdschakelaar van het apparaat moet zich buiten het bereik van kinderen
bevinden.
Als zich een stroomstoring voordoet en de stroom vervolgens weer wordt
ingeschakeld, zal de verwarmingspomp automatisch weer aanslaan. Zorg dat het
apparaat is uitgeschakeld bij een stroomstoring en voer een reset van de temperatuur
uit als de stroom weer is ingeschakeld.
Zorg dat de hoofdschakelaar van het apparaat is uitgeschakeld in geval van onweer,
zo voorkomt u eventuele bliksemschade aan het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, schakel het dan uit en laat al het water uit
het apparaat lopen door de kraan van de toevoerslang open te draaien
4. ENERGIEBESPARING
De warmtepomp warmt het zwembadwater langzaam op. Bij niet dagelijks gebruik
wordt aangeraden de zwembadtemperatuur op de gewenste waarde te houden. Als
de temperatuur aanzienlijk is afgenomen kan een aantal dagen nodig zijn voor het
weer bereiken van de gewenste temperatuur. Wordt het zwembad langere tijd (meer
dan één week) niet gebruikt, raden we u aan de warmtepomp uit te schakelen of de
temperatuur enkele graden lager in te stellen om energie te besparen.
Het verschil tussen de buitenluchttemperatuur en watertemperatuur mag nooit
groter zijn dan 15 [°C]. Gebruik daarom de warmtepomp niet als de