28
n
Bundelen (NC 520, 540, 560, 570)
Bij deze functie stopt de telling als een vooraf ingesteld
aantal stuks bankbiljetten geteld is. Als de afgetelde
bundel uit het uitvoervak wordt genomen, springt het
display [5]/[15] naar
X0
en de volgende bundel wordt
afgeteld.
Het aantal bankbiljetten kan van
1
tot en met
999
naar
keuze worden ingesteld. Het ingestelde aantal stuks
wordt op het display [4]/[14] weergegeven.
Als er geen bankbiljetten meer in het inlegvak liggen
voordat het vooraf ingestelde aantal stuks wordt bereikt,
knippert het display [5]/[15]. Als nieuwe bankbiljetten in
het inlegvak worden gelegd, wordt het proces voort
gezet.
Æ
BATCH
Ê
functie Bundelen is geactiveerd.
Bij elke bediening van de toets wordt het aantal stuks in
stappen van
10
,
20
,
25
,
50
en
100
ingesteld. Druk
nogmaals op de toets
BATCH
om de functie te de
activeren.
Æ
+
1x
Ê
vooraf ingesteld aantal stuks wordt met 1
verhoogd.
Æ
+
Ê
vooraf ingesteld aantal stuks telt au
tomatisch omhoog.
Æ
CLEAR
Ê
vooraf ingesteld aantal stuks wordt op
X0
gezet.
Waardetelling (NC 560, 570)
Met deze functie kunnen bankbiljetten van dezelfde
munteenheid en met verschillende waarde samen
worden geteld. Daarbij wordt de totale waarde van alle
bankbiljetten evenals het aantal bankbiljetten per cou
pure bepaald.
Æ
CUR
tot gewenste munteenheid (
Eur
,
tL
,
GbP
,
USd
of
SEH
) op het display [16] zichtbaar is.
Æ
MODE
tot VALUE op het display [17] verschijnt.
Nadat het telproces beëindigd is:
Æ
REP/PRINT
Ê
De coupure [16] en het aantal
stuks [17] van de betreffende coupure worden weerge
geven.
Æ
REP/PRINT
Ê
De volgende coupure wordt weerge
geven. 4 seconden na de laatste bediening van de knop
verschijnt opnieuw de totale waarde op het display [15].
Æ
REP/PRINT
3 sec
Ê
aantal stuks per coupure
en totale waarde worden met een printer afgedrukt.
Voor het printen moet een printer op de
RS-232-poort aangesloten zijn.
Sorteren (NC 560, 570)
Bij deze functie wordt het eerste bankbiljet als referentie
vastgelegd. Als het apparaat een daarvan afwijkend
bankbiljet detecteert, stopt het apparaat. Op het dis
play [4]/[14] verschijnt
CF3
. Het afwijkende bankbiljet
kan worden uitgesorteerd.
Er worden alleen die bankbiljetten geteld die met de
eerste soort overeenkomen. De totale waarde van de
getelde bankbiljetten wordt bepaald.
Æ
CUR
tot gewenste munteenheid (
Eur
,
tL
,
GbP
of
SEH
) op het display [16] zichtbaar is.
Æ
MODE
tot SORT op het display [17] verschijnt.
Nadat het telproces beëindigd is:
Æ
REP/PRINT
3 sec
Ê
aantal stuks en totale
waarde worden met een printer afgedrukt.
Voor het printen moet een printer op de
RS-232-poort aangesloten zijn.
Testfuncties
De beste resultaten worden na een opwarmingsfa
se van 3 minuten bereikt.
Sterk omgevingslicht kan de sensor beïnvloeden en tot
verkeerde resultaten leiden.
De omvang van de testfuncties is afhankelijk van het
apparaat.
Functie en gevoeligheid instellen
(NC 560 en NC 570)
Æ
MODE
3 sec
Ê
instelling van de sensorgevoe
ligheid wordt geactiveerd. De sensor wordt door knippe
ren op het display [17] en [14] weergegeven.
Æ
+
Ê
gevoeligheid wordt aangepast en op het dis
play [17] door middel van strepen achter de sensor
weergegeven. Als geen streep achter de sensor zichtbaar
is, is de sensor uitgeschakeld.
Æ
MODE
Ê
wisselen naar de volgende sensor.
Nadat alle sensoren ingesteld zijn:
Æ
MODE
Ê
instelling wordt verlaten.
Aan elkaar klevend
(NC 520, 540, 560, 570)
Deze functie wordt geactiveerd als de breedte van het
bankbiljet met 1/3 wordt overschreden. Het dis
play [4]/[14] geeft dan
EC
weer.
Deze functie is altijd actief.
Summary of Contents for NC 520
Page 67: ......