30
Montage van de haardkachel
De montagewand moet egaal zijn. De haardkachel mag
uitsluitend aan stabiele wanden gemonteerd worden.
Attentie:
Het is niet toegestaan om de haardkachel di-
rect aan de mantelsteen van het schoorsteensysteem
te monteren.
Er dient voor gezorgd te worden dat het bevestigings-
systeem geschikt is voor het bouwmateriaal van de
montagewand. Bij de bouwmaterialen die gewoonlijk
gebruikt worden, zoals holle of massieve bakstenen, is
het raadzaam om het volgende bevestigingssysteem
van bijv. de firma Fischer te gebruiken:
– Injectie-ankerhulzen kunststof FIS H 16x85 K
– Ankerstang FIS A M10x110
– Injectiemortel FIS V
Omdat de wandtemperatuur tot 85 °C kan bedragen,
moet ervoor worden gezorgd dat het bevestigingssys-
teem permanent geschikt is voor deze temperatuur.
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van het uit-
voerende vakbedrijf om het apparaat permanent veilig
aan de wand aan te brengen.
Bij brandbare vloeren of vloerbedekkingen dient een
stabiele en hittebestendige plaat te worden gebruikt
die tegen vonken beschermt. Deze plaat moet aan de
voorkant 50 cm langer en aan de zijkanten 30 cm bre-
der zijn dan de brandruimte-opening van de haardka-
chel.
Montagevolgorde
Omdat de afdekkap bij de montage van de zijbekle-
dingen en van de OEC (handleidingen worden mee-
geleverd) en bij het vervangen van de aansluitmoffen
gedemonteerd moet worden, is het raadzaam om de
afdekkap pas weer te monteren, nadat alle inbouw-
componenten aangebracht zijn.
●
Afdekkap achteraan en vooraan los schroeven en
verwijderen (zie Fig. 2 – 4).
●
De kachelpijp Ø 150 mm kan naar keuze bovenaan
of achteraan aangesloten worden. De haard wordt
met een reeds gemonteerde aansluiting bovenaan
geleverd. Hiervoor moet u het deksel bovenaan uit
de afdekkap verwijderen.
Indien u de aansluiting liever achteraan wilt aan-
brengen, moet u de volgende stappen uitvoeren:
– Het deksel achteraan compleet uit de afdekkap
verwijderen door het eruit te breken resp. eruit te
zagen. Het oplegvlak van de afdekkap moet in dit
gedeelte ook tegelijk mee verwijderd worden.
– De aansluitmof bovenaan en het afsluitdeksel ach-
teraan aan de stoomhouder verwisselen.
De lengte van de kachelpijp Ø 150 mm bedraagt bij
de aansluiting achteraan 130 mm.
●
De verbrandingslucht-aansluiting voor een kamer-
luchtonafhankelijk gebruik kan naar keuze achteraan
of onderaan plaatsvinden. De haard wordt met een
reeds gemonteerde aansluiting achteraan geleverd.
Indien u de aansluiting liever onderaan wilt aanbren-
gen, dient u als volgt te werk te gaan:
– De lade onder de deur van de brandruimte naar
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
Sensorzak voor
temperatuursen-
sor OEC