56
Montage
Montagevoorbereiding
Opmerkingen over de oppervlaktebewerking
Het oppervlak van de bekleding kan na het opstellen op
verschillende manier worden bewerkt:
- Plamuren en schilderen
- Stuclaag met egalisatiemortel (ca. 3 mm dik) en schilderen
- Stuclaag met kalkpleister (ca. 10 mm dik)
- Tegels en natuursteen aanbrengen met lijm
Afhankelijk van de keuze voor de oppervlaktebehandeling
moeten de bijbehorende muurkokers worden toegepast.
Wanneer u kiest voor de variant “Plamuren en schilde-
ren”, adviseren we aan de stotende randen van de bekle-
ding pos. 3-8, ca. 5x 45° verstek aan te vijlen zodat de pla-
ten van de bekleding aan elkaar gevoegd kunnen wor-
den. Daarnaast moeten oneffenheden en de koppen van
de schroeven met plamuurmassa (egalisatiemortel) wor-
den opgevuld.
Wanneer de haardkachel niet sluitend aan de wand wordt
opgesteld, moet op de isolatieplaten pos. 1 + 2, voor een
verdere oppervlaktebewerking altijd een grondlaag wor-
den aangebracht. Omdat de isolatieplaten niet direct kun-
nen worden geschilderd, moeten deze oppervlakken voor-
af worden gestuct.
Lijmen
De verschillende platen van de bekleding worden altijd
bevestigd met lijm en schroeven. Alle lijmoppervlakken
moeten vooraf worden bevochtigd. Gebruik voor het lij-
men uitsluitend de meegeleverde lijm. Om een hoogte-
verschil tussen de verschillende platen te voorkomen,
moet de lijm gelijkmatig in een ca. 1 mm dik spoor wor-
den aangebracht.
Attentie:
wanneer de lijmlaag te dik wordt aangebracht,
worden de hoeken en de pasnauwkeurigheid van de be-
kleding aangetast.
Let er bij het aanbrengen van de platen op dat de opper-
vlakken sluitend met elkaar zijn uitgelijnd. Dit is het bijzon-
der van belang bij de afwerking “Plamuren en schilderen”
om het plamuren niet onnodig te bemoeilijken.
Omdat de lijm op het oppervlak snel aandroogt, moet de
lijm per plaat worden aangebracht en moet het opplakken
en vastschroeven vlot worden uitgevoerd.
De volledige uitharding van de lijm moet minimaal 24 uur
bedragen en het apparaat moet langzaam opwarmen.
Vastschroeven
De platen mogen slechts handvast worden vastge-
schroefd. Kies bij gebruik van een accu schroefmachine
een klein moment.
Grondlaag aanbrengen
De grondlaag is uitsluitend benodigd wanneer tenminste
één van de isolatieplaten pos 1 resp. 2 niet sluitend aan
de wand moet worden opgesteld en het oppervlak later
zichtbaar blijft.
Muurkoker(s)
Afhankelijk of er gebruik wordt gemaakt van egalisatie-
mortel (of tegels), zijn er verschillende muurkokers voor
een laagdikte van 3 mm (egalisatiemortel) of 10 mm (ega-
lisatiemortel of tegels).
Egalisatiemortel
De egalisatiemortel wordt na het aanbrengen van de
grondlaag op de isolatieplaat (platen) en/of op de onbe-
handelde bekleding aangebracht en zorgt voor een glad,
licht en vast oppervlak. De egalisatiemortel wordt met
een troffel in dunne lagen in het algemeen in ca. 2 tot 3 la-
gen aangebracht. Alle te bewerken oppervlakken moeten
vooraf worden bevochtigd. Bij stotende platen of hoeken,
maar ook als algemene wapening, wordt geadviseerd om
een glasweefsellaag in de eerste afwerklaag op te nemen.
Indien gewenst kan het oppervlak na volledige droging
ook worden opgeschuurd. Het oppervlak dient als basis
voor de navolgende verflaag.
Verf
Er moet in elk geval gebruik worden gemaakt van minera-
le verfsoorten.
Kalkpleister
De afwerking met kalkpleister wordt aangebracht op het
voorbehandelde en uitgedroogde oppervlak van de isola-
tieplaat die is voorzien van een grondlaag en/of de onbe-
handelde bekledingen. De korreldiameter bedraagt 0 - 1,2
mm. De dikte van de pleisterlaag bedraagt ca. 10 mm (toe-
gestane minimale dikte 5 mm, beperkt tot enkele plaat-
sen). Alle te bewerken oppervlakken moeten vooraf wor-
den bevochtigd.
Wanneer in twee stappen wordt gewerkt, moet de tweede
laag na een dag worden aangebracht en moet de onder-
ste laag voor de volgende bovenlaag worden voorbereid.
Bij stotende platen of hoeken, maar ook als algemene wa-
pening, wordt geadviseerd om een glasweefsellaag in de
eerste afwerklaag op te nemen.
Lijm
Met de bekleding wordt een zakje lijm meegeleverd. Dit is
voldoende voor de opbouw. Wanneer de bekleding indivi-
dueel mocht worden uitgebreid, moet ook voor deze aan-
bouw de originele lijm worden gebruikt.
De lijm moet voor gebruik goed worden gekneed. Let erop
dat zich op de lijm geen huid vormt.
Verwerkingstemperatuur: +10 °C tot +25 °C
Opslag: vorstvrij