32
Bediening
Toelaatbare brandstoffen
De onderstaande aangevoerde brandstoffen
zijn toelaatbaar:
●
Zuivere houtstukken in de vorm van kloof-
hout. Maximale lengte .......... 33 cm
Omvang: .................. ca. 30 cm
●
Houtbriket volgens DIN EN
14691 Grootteklasse HP 2
Maximale lengte: ......... 20 cm
Kloofhout
bereikt na een opslag van 2 tot 3 jaar in
de open lucht (slechts boven afgedekt) een voch-
tigheid van 10 to 15% en is dan best voor het sto-
ken geschikt.
Vers gehakt hout
heeft een heel hoge vochtigheid
en brandt daarom slecht. Naast de heel geringe
verwarmingswaarde belst het aanvullend het milieu.
De verhoogde condensaaten teervorming kan de
aanleiding zijn, dat de haard en de schoorsteen vol
roet en teer geraken.
Uit het diagram blijkt dat het verbruik bij gekapt hout
(ver- warmingswaarde 2,3 kWh/kg) in vergelijking met
droog hout (verwarmingswaarde 4,3 kWh/kg) bijna
dubbel zo hoog is.
Verwarmingswaarde [kWh/kg]
Slechts met deze brandstoffen bereikt U een optima-
le verbranding en stookt U milieuontziend. Door de
brandstoftoevoer in gedeeltelijke hoeveelheden
wordt een onnodige emissie vermeden. Een zuivere
afbrand herkent U daaraan, dat de vuurvaste klei
helder verkleurd.
●
Vochtigresp. met houtconserveermiddelen
behan- deld hout
●
Houtzaagsel, spaanders, slijpstof
●
Schorsen spaanderplaatresten
●
Steenkoolgruis
●
andere afvallen
●
Papier en karton (buiten om aan te steken)
●
Stro
Neemt U in acht voor het eerste stoken
●
Alle toebehoren uit de aslade en verbrandings-
ruimte verwijderen.
●
De optredende geur door het verdampen van de
beschermingsverlakking verdwijnt, wanneer de
haardkachel meerdere uren heeft gebrand (ruim-
te goed ontluchten).
●
De haardkachel is met een hoogwaardige tempe-
ratuurbestendige laklaag voorzien, die zijn defini-
tieve vastheid eerst na het eerste verwarmen be-
reikt. Zet U daarom niets op de haardkachel en
beroert U de op- pervlakken niet, omdat anders
de laklaag kan worden beschadigd.
●
Zodra het aanmaakmateriaal brandt, 2 maal een
vuur aanleggen met ca. 3 kg hout, zodat de tempe-
ratuurbestendige lak zijn definitieve vastheid ver-
krijgt.
Aansteken
●
Voor het ontsteken van de haardkachel moet u
controleren of er geen brandbare voorwerpen op
de haardkachel liggen.
●
Aslade eventueel ledigen en weer inschuiven.
●
Verbrandingsluchtklep compleet openen.
●
Geopend vuurroster = uitgetrokken regelhendel
●
Kleine hoeveelheid brandhout en daarop aans-
teekmateriaal (aansteekblokjes en droog, klein
aansteekmateri- aal) leggen en aansteken.
●
Verbrandingsruimtedeur sluiten, opdat het aans-
teekmateriaal goed kan beginnen te branden.
●
Zodra er een gloed is ontstaan moet een hoeve-
elheid brandmateriaal overeenkomstig de warm-
tebehoefte worden opgelegd (zie hoofdstuk “Sto-
ken”).
Attentie:
Bij het aansteken van de stookplaats, dus als zich nog
geen trek in de schoorsteen heeft gevormd, kan het
gebeuren dat het brandhout zich slecht aan laat ste-
ken, als tegelijkertijd een ventilatieappa-
raat/ventilatiesysteem in werking is. Als dit gebeurt, is
het raadzaam om even een raam van de kamer waa-
rin de haardkachel staat, te openen of de ventilatie
even uit te schakelen.
Bedienen van de motor aangedreven deur
Vocht
[%]