Papier plaatsen
Voordat uw faxapparaat kopieert of
faxen ontvangt moet u er papier in leg-
gen. Gebruik de papiermaten
A4
,
210 × 297 millimeter. Uw apparaat func-
tioneert met normaal kopieer- en schrijf-
machinepapier (60 tot 90 g/m
2
) (zie han-
dleiding hoofdstuk
Installatie
/ Papier).
1
Schud het papier even los en maak er
op een vlakke ondergrond een strakke
stapel van. Zo verhindert u dat er
meerdere vellen tegelijk in het appa-
raat worden getrokken.
2
Verwijder het deksel van de papier-
lade. Leg er slechts zoveel papier in
als onder de uitstekende begrenzings-
markeringen aan de bovenste rand van
de papierlade past (zie ook tekeningen
op het deksel van de papierlade). U
kunt er tot 250 vel in leggen.
Documentenopvang
Steek de documentenopvang in de twee
openingen onder het bedieningspaneel.
Documenthouder
Steek de documenthouder in de twee ope-
ningen van de afdekkap. De houder moet
goed vastklikken.
Faxuitvoer
Trek de print- en faxuitvoersteun uit het
deksel van de papierlade.
Documenthouder
Documentengeleider
Documenteninvoer
Bedieningspaneel
met LCD-display
Documenten-
uitvoer
Print- en faxuitvoer
(uittrekbaar)
Papierlade
Opening voor
Plug’n’Print-kaart
Afdekkap
3
Druk het papier naar beneden tot de
hendel (
A
) aan de achterzijde van de
papierlade vastklikt.
4
Leg het deksel op de papierlade. Schuif
de lade tot de aanslag in het faxappa-
raat.
N
Installeerhulp
I