53
Español
Deutsch
Nederlands
ONDERHOUD
MANTENIMIENTO
INSTANDHALTUNG
92
93
¡ATENCIÓN! - Durante las operaciones de mantenimiento,
utilice siempre guantes de protección. No efectúe trabajos de
mantenimiento con el motor caliente.
FILTRO DE AIRE
Cada 8-10 horas de trabajo, quite la tapa (A, Fig. 88), limpie el
filtro (B). Soplar a distancia con aire comprimido desde el interior
hacia el exterior (Fig. 89). Sustituirlo si está sucio o dañado. Un
filtro obturado produce un funcionamiento irregular del motor,
aumentando el consumo y disminuyendo su potencia.
FILTRO DEL COMBUSTIBLE
Controle periodicamente el estado del filtro del combustible.
Un filtro sucio crea dificultades en el arranque y disminuye las
prestaciones del motor. Para efectuar la limpieza del filtro, quítelo
por el agujero de carga combustible; en caso de excesiva suciedad,
cámbielo (Fig. 90).
MOTOR
Limpie periodicamente las aletas del cilindro con un pincel o con
aire comprimido (Fig. 91). La acumulación de impurezas sobre
el cilindro puede provocar sobre calentamientos dañinos para el
buen funcionamiento del motor.
Limpie también la rejilla de refrigeración (A, Fig.94) situada
bajo el soporte del filtro de aire, utilizando aire comprimido o un
pincel. Para facilitar la operación, abra y quite la tapa del filtro de
aire (B, Fig.95).
BUJIA
Para acceder a la bujía, desenroscar el tornillo (C, Fig.92) y abrir
la tapa (D).
En caso de encendido defectuoso o funcionamiento irregular,
extraiga la bujía, límpiela y sustitúyala, prestando atención a la
distancia de los electrodos (Fig. 93). Utilizar bujía NGK BPMR8Y
o de otra marca con grado térmico equivalente.
LET OP! – Draag altijd veiligheidshand-schoenen
tijdens het plegen van onderhoud. Verricht nooit onderhoud
bij warme motor.
FILTER
Elke 8-10 werkuren dient u de kap te verwijderen (A, Fig.
88). Reinig het filter (B). Met perslucht van een afstand van
binnen naar buiten blazen (Fig. 89). Vervangen indien vervuild
of beschadigd. De motor loopt onregelmatig als het filter is
vervuild. De machine verbruikt dan meer brandstof en levert
minder vermogen.
BENZINEFILTER
Controleer het benzinefilter regelmatig op vervuiling. Een vuil
filter veroorzaakt slecht starten en minder vermogen. Om het
filter te reinigen dient u als volgt te werk te gaan. Verwijder het
filter via de vulopening. Vervang het indien het vuil is (Fig. 90).
MOTOR
Reinig de koelribben van de cilinder (Fig. 91) indien nodig
met een borstel op perslucht. Oververhitting kan veroorzaakt
worden door het niet tijdig reinigen van de cilinder.
Reinig ook het rooster voor de koeling (A, Fig.94) dat zich
onder de steun van het luchtfilter bevindt, met perslucht of
kwast. Om de handeling te vergemakkelijken het deksel van
het luchtfilter (B, Fig.95) openen en verwijderen.
BOUGIE
Om toegang te krijgen tot de bougie, moet u de schroef (C,
Fig.92) losdraaien en het deksel (D) openen.
Reinig de bougie indien nodig (Fig. 93) en controleer de
elektrode-afstand. Gebruik een NGK BPMR8Y bougie of een
bougie van een ander merk met een equivalent thermisch bereik.
ACHTUNG! – Tragen Sie bei den Wartungsarbeiten stets
Schutzhandschuhe. Führen Sie keine Wartung bei warmem
Motor aus.
LUFTFILTER
Jeweils nach 8-10 Arbeitsstunden den Deckel (A, Abb. 88)
abnehmen, den Filter (B). Aus einer gewissen Entfernung von innen
nach außen mit Druckluft ausblasen (Abb. 89). Bei Verschmutzung
oder Beschädigung auswechseln. Ein verschmutzter Luftfilter
bewirkt unregelmäßiges Laufen des Motors, einen höheren
Verbrauch und eine geringere Leistung.
KRAFTSTOFFILTER
Der Kraftstoffilter muß regelmäßig überprüft werden; ein
verschmutzter Filter bewirkt Startschwierigkeiten und
Leistungsverlust. Der Filter wird zwecks Reinigung durch die
Einfüllöffnung des Kraftstoffes herausgezogen; bei starker
Verschmuntzung muß er gewechselt werden (Abb. 90)
MOTOR
Die Rippen des Zylinders müssen regelmäßig mit einem Pinsel
oder mit Druckluft gereinigt werden (Abb. 91). Sollte sich
Schmutz am Zylinder ansammeln, kann das zu Überhitzung und
Motorschäden führen.
Auch das unter der Luftfilterhalterung befindliche Kühlergitter
(A, Abb.94) mit Druckluft oder mit einem Pinsel reinigen. Den
Luftfilterdeckel (B, Abb.95) abnehmen, um den Vorgang zu
erleichtern.
ZÜNDKERZE
Um Zugang zur Kerze zu haben, die Schraube (C, Abb.92) lösen
und die Abdeckung (D) öffnen.
Die Zündkerze muß regelmäßig gereinigt und der Zündabstand
der Elektroden überprüft werden (Abb. 93). Eine Zündkerze
NGK BPMR8Y bzw. einer anderen Marke mit gleichwertigem
Wärmewert verwenden.
94
95
Summary of Contents for BCF 430
Page 7: ...7 NOTE...
Page 65: ...65 NOTE...