Opstelling
3
.0
132
Zwembad warmtepompen
Belangrijke opmerking: de installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalifi-
ceerde specialist. Deze sectie is uitsluitend bedoeld ter informatie en moet worden
gecontroleerd en indien nodig aangepast, rekening houdend met de installatievoor-
waarden ter plekke.
Plaats geen objecten op minder dan 1 meter afstand voor de warmtepomp. Laat een
veiligheidsafstand van 500 mm aan de zijkant en achter de warmtepomp. Plaats geen
voorwerpen direct boven of voor het apparaat!
Noodzakelijk gereedschap
voor de installatie
3.1
Vereist installatiemateriaal voor uw warmtepomp:
• Geschikte voedingskabel voor de stroombehoefte van de warmtepomp.
• Een bypass-set en een set bijpassende Pvc-buizen voor uw installatie zoals
draadstripper, PVC-lijm en schuurpapier.
• Een set geschikte schroeven en pluggen om de warmtepomp aan de onderconstructie
te bevestigen.
• We raden aan om het apparaat op de installatie aan te sluiten met flexibele Pvc-buizen
om de overdracht van trillingen te verminderen.
Locatie
3.2
Let op de volgende regels bij het kiezen van de locatie
Uw warmtepomp.
1. De locatie van de warmtepomp moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor gebruiksgemak
en onderhoud.
2. Hij moet op grondniveau worden geïnstalleerd, bij voorkeur op een vlakke betonnen
vloer. Er moet voor worden gezorgd dat de locatie is ontworpen voor het gewicht van
het apparaat zonder de stabiliteit in gevaar te brengen.
3. Een waterafvoersysteem moet dicht bij de warmtepomp worden geleverd om deze te
voeden. Bescherm de locatie tegen water.
4. Indien nodig kan het apparaat worden verhoogd met behulp van geschikte montage-
blokken die bestand zijn tegen het gewicht van de pomp.
5. Zorg ervoor dat de warmtepomp voldoende geventileerd wordt en zorg ervoor dat u de
ventilatieopening niet uitlijnt met de zijkant van een aangrenzend gebouw en dat er
geen retourstroom van uitlaatlucht mogelijk is. Bovendien moet er voldoende ruimte
rondom het apparaat zijn voor reparatie- en onderhoudswerkzaamheden.
6. Het apparaat mag in geen geval worden geïnstalleerd in een ruimte waar oliën,
ontvlambare gassen, corrosieve of zwavelhoudende stoffen worden opgeslagen of waar
apparatuur met radiofrequenties is geplaatst.
7. Om verontreiniging van het apparaat door modderspatten te voorkomen, mag het ap-
paraat niet in de buurt van wegen of paden worden geïnstalleerd.
8. Installeer de warmtepomp zodanig dat deze niet op geluidgevoelige gebieden is gericht
om geluid te minimaliseren.
9. De pomp moet zo ver mogelijk buiten het bereik van kinderen worden geplaatst.
weergave in mm
NL