GEBRUIKERS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
146 1633 000(3)2004-05 A
13
REINIGING ZAKFILTER EN CONTROLE OP
BESCHADIGING
1.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel
de parkeerrem door middel van het pedaal en de
hendel (9 en 10, Afb. B) in.
2.
Zet de contactsleutel (5, Afb. B) in de stand OFF.
3.
Verwijder de motorkap voor (11, Afb. C) nadat u de
zijsteunen (12) en de interne haken (13) heeft
losgemaakt.
4.
Haal de steunen los (1, Afb. K) en doe de afdekking
omhoog (2) door middel van de handgrepen (3).
5.
Draai de knoppen (1, Afb. L) los en verwijder de
stangen.
6.
Verwijder het stoffilter (1, Afb. M) naar boven en
verwijder het nadat u de stekker (2) van de
filterschudder heeft ontkoppeld.
7.
De gebruiker moet in een geschikte ruimte en
voorzien van de juiste bescherming (handschoenen,
masker en bril) de filterende polyester oppervlakken
als volgt demonteren.
8.
Verwijder de motor van de filterschudder (1, Afb. N)
door de bijbehorende bevestigingsschroeven los te
draaien.
9.
Open de steun van de motor van de filterschudder (2,
Afb. N) volledig zodat de stangen voor het spannen
van de filterzakken (3) los komen.
10. Verwijder alle stangen voor het spannen van de
filterzakken (4, Afb. N).
11. Open het bevestigingskoord (5, Afb. N) boven het
zakfilter zodat u het hoofdframe kunt verwijderen (6).
12. Verwijder de scheider in de zakken (7, Af. N).
13. Nu kunt u de polyester oppervlakken (8, Afb. N)
reinigen aan de vuile zijde met behulp van een
externe aanzuiger door hem helemaal naar buiten te
trekken of door de zakken een voor een te reinigen.
U kunt beide kanten van zakkenscheider tegelijkertijd
reinigen (7, Afb. N), waardoor alle vuiltjes van het
filter worden verwijderd. Controleer of de filterende
oppervlakken geen scheuren vertonen. Anders
moeten ze worden vervangen. U kunt ook perslucht
gebruiken (max. 6 bar).door de luchtstraal van de
schone zijde naar de vuile zijde te richten.
14. Monteer de verwijderde onderdelen van het filter in
de omgekeerde volgorde van demontage.
15. Reinig indien nodig langs de rubberen pakkingen (3
en 4, Afb. M); controleer tegelijkertijd of deze intact
zijn. Ga over tot vervanging als dat niet het geval is.
16. Bij de montage voert u dezelfde handelingen als bij
de demontage uit, maar dan in omgekeerde volgorde.
HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS
CONTROLEREN
1.
Leeg de afvalcontainer volgens de aanwijzingen in
het betreffende deel.
2.
Zet de machine op een vlakke ondergrond die als
referentieoppervlak kan dienen om de juiste hoogte
van de flaps te controleren.
3.
Controleer of de bedieningshendel voor de voorflap
(18, Afb. B) in de geopende stand staat (naar
achteren).
4.
Schakel de parkeerrem in door middel van het pedaal
en de hendel (9 en 10, Afb. B).
5.
Draai de contactsleutel (5, Afb. B) in stand OFF.
6.
Open het linkerklepje (21, Afb. C) nadat u het
betreffende wieltje heeft losgehaald (22).
7.
Open het rechterklepje (23, Afb. C) nadat u het
betreffende wieltje heeft losgehaald (24).
Zijflaps
8.
Controleer of de zijflaps heel zijn (3 , Afb. E).
Vervang de flaps als er scheuren (1, Afb. O) van meer
dan 30 mm of breuken/gaten (2) van meer dan 15
mm in zitten (zie de Service Manual voor vervanging
van de flaps).
9.
Controleer of de hoogte van de grond van de zijflaps
(3, Afb. E) niet meer dan 5 mm is (zie afbeelding P).
Vervang ze anders.
Flap achter
10. Controleer of de achterflap intact is (5 , Afb. G).
Vervang de flap als er scheuren (1, Afb. O) van meer
dan 30 mm of breuken/gaten (2) van meer dan 15
mm in zitten (zie de Service Manual voor vervanging
van de flaps).
11. Controleer of de achterflap (5, Afb. G) licht contact
maakt met de vloer en of hij niet los komt van de vloer
(zie afbeelding Q). Anders moet hij worden
vervangen.
Flap voor
12. Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel.
13. Controleer of de voorflaps heel zijn (6 , Afb. G).
Vervang de flaps als er scheuren (1, Afb. O) van meer
dan 30 mm of breuken/gaten (2) van meer dan 15
mm in zitten (zie de Service Manual voor vervanging
van de flaps).
14. Controleer of de voorflap (6, Afb. G) licht over de
vloer wrijft (zie afbeelding R). Anders moet hij worden
vervangen.
15. Breng de afvalcontainer (9, Afb. C) zonder de
machine te verplaatsen omhoog zoals u in het deel
Legen van de afvalcontainer ziet.
OPMERKING
De filters met meerdere zakken van
polyestervezel worden normaal gesproken
gereinigd door de elektrische filterschudder
die bij de machine hoort in te schakelen.
Als het nodig is, kunnen ze buiten de
machine worden gereinigd door middel van
de onderstaande procedure.
Als de kwaliteit van de filtrerende
oppervlakken niet meer optimaal is, moet
het filter vervangen worden
LET OP!
We raden u af het filter met water te reinigen.
De polyestervezels kunnen samentrekken
waardoor het filter niet meer bruikbaar is