350-41600 / 350-41686
NL
2
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname. Bewaar deze handleiding zorgvuldig voor later gebruik.
1. GEBRUIK
De detector is geschikt voor gebruik in kantoren, scholen, vergaderruimten … Hij kan zowel in grote als in kleine ruimten gebruikt worden. Om het detectiebereik
uit te breiden kan je slaves van het type 350-41601 aansluiten op deze master. Je kan maximaal 20 slaves aansluiten op één master.
De bewegingsmelder kan op twee manieren gebruikt worden:
• als aanwezigheidsmelder (automatisch aan/automatisch uit):
- De melder schakelt de verlichting automatisch in als er beweging gedetecteerd wordt en het omgevingslicht zich onder de ingestelde waarde bevindt.
- Uitschakeling gebeurt automatisch van zodra de melder geen beweging meer detecteert en de uitschakelvertraging verstreken is of er gedurende 5 min
voldoende daglicht aanwezig is.
- Je kan de verlichting steeds aanschakelen met de drukknop, op voorwaarde dat het omgevingslicht zich onder de ingestelde waarde bevindt.
• als afwezigheidsmelder (manueel aan/ automatisch uit). Hier is altijd een extra drukknop vereist.
- De melder schakelt de verlichting na een druk op de drukknop enkel in indien het omgevingslicht zich onder de ingestelde waarde bevindt.
- Uitschakeling gebeurt automatisch van zodra de melder geen beweging meer detecteert en de uitschakelvertraging verstreken is of als er gedurende 5 min.
voldoende daglicht aanwezig is.
De detector heeft een ingebouwde lichtsensor die voorkomt dat de lampen aangeschakeld worden als er voldoende omgevingslicht is.
Je wijzigt de instellingen van de melder met de (afzonderlijk te bestellen) IR-afstandsbediening 350-41934 of met de Niko Sensor Tool app en bijhorende
universele afstandsbediening voor smartphone 350-41936.
Deze handleiding is geldig voor de volgende detectoren:
Referentienummer
350-41600
350-41686
Bedienbaar met EnOcean-knoppen
Nee
Ja
2. INSTALLATIE IN 6 STAPPEN
Stap
Beschrijving
Paragraaf
1
De plaats van de melder bepalen
§ 2.1
2
De melder aansluiten
§ 2.2
3
Als aan- of afwezigheidsmelder instellen
§ 2.3
4
Het luxniveau instellen
§ 2.4
5
De uitschakelvertraging instellen
§ 2.5
6
De gevoeligheid van de melder instellen
§ 2.6
2.1. De plaats van de melder bepalen
2.1.1. Algemene plaatsing
De melder reageert op beweging en warmte in zijn omgeving. Plaats de melder niet in de buurt van warmtebronnen zoals fornuizen, radiatoren, ventilatiesystemen
of bewegende objecten. Dit kan de melder ongewenst activeren (zie fig. 1). Zorg dat er zich geen hindernissen (leidingen, steunbalken …) bevinden tussen de
detector en de personen die gedetecteerd moeten worden.
2.1.2. Montagehoogte
De aanbevolen montagehoogte voor de melder is 2,4 m. Op deze hoogte heeft de melder een bereik met een diameter van 8 m op de grond (zie fig. 2).
2.1.3. Bereik
Je kan het detectiegebied uitbreiden door slaves van het type 350-41601 toe te voegen aan de installatie. Je kan maximaal twintig slaves aan één master
koppelen. Om een maximale detectie te garanderen, hanteer je in een installatie met meerdere melders best een overlapping van 30 %.
2.2. De melder aansluiten
2.2.1. Algemeen
Sluit de melder aan volgens het aansluitschema (zie fig. 5). Het is niet nodig de detector meteen te monteren aangezien de melder beschikt over uitneembare
connectoren. Daardoor is het mogelijk de connector apart te bekabelen en daarna gewoon terug in de melder te steken.
De melder is geschikt voor rechtstreekse montage in het plafond (fig. 3).
Zet de melder pas onder spanning nadat alle kabels aangesloten zijn. Van zodra de melder op de netspanning aangesloten is, kan je hem programmeren met de
(afzonderlijk aan te kopen) IR-afstandsbediening 350-41934 of met de Niko Sensor Tool app en bijhorende universele afstandsbediening voor smartphone 350-41936.
Na aansluiting werkt de melder volgens de fabrieksinstellingen:
Functie
automatisch aan/uit via melder (aanwezigheidsmelder)
Luxniveau
200 lux
Uitschakelvertraging
15 min.
Gevoeligheid
hoge gevoeligheid