Niko 10-505, Manual, Page: 7 / 37

10-505
4
Actie Toetsencombinatie
deurtelefoon zoeken * 51 #
oproepdoorschakeling activeren * 80 # serienummer deurtelefoon # serienummer binnenpost voor
doorschakeling #
bel-en-kom-binnenfunctie activeren * 81 # serienummer deurtelefoon #
interne oproep activeren * 82 # serienummer deurtelefoon # serienummer op te roepen
binnenpost #
stuurfunctie voor de DIN-railrelais activeren * 83 # serienummer deurtelefoon #
deurtelefoon als slave aansluiten op een master (parallelschakeling) * 89 # serienummer deurtelefoon # serienummer master #
programmering van master en slave uitschakelen * 89 # serienummer deurtelefoon # 0 #
5.2. Beltoon instellen
De deurtelefoon kan een onderscheid maken tussen een oproep aan een buitenpost ( deuroproep ), een etageoproep en een oproep aan een
andere binnenpost ( interne oproep ). Voor elk type oproep is er een aparte beltoon voorzien die je kunt instellen. Je hebt de keuze uit 13
beltonen.
Stap Actie Resultaat
1.
Druk gedurende 8 seconden op .
Je hoort een beep en beide indicatieleds branden. De
beltoonselectie is geactiveerd.
2. Druk meermaals op een van de volgende functietoetsen:
• deuroproep:
• etageoproep:
• interne oproep:
Je doorloopt de verschillende beltonen per type oproep. De laatst
geselecteerde beltoon wordt bewaard in het toestelgeheugen.
3. Wacht 8 seconden. Je hoort een beep en beide indicatieleds gaan uit. De
beltoonselectie is gedeactiveerd.
5.3. Tijden instellen
De tijdsinstellingen op de deurtelefoon zijn bij levering als volgt:
Parameter Fabrieksinstelling
spreektijd na het starten van een gesprek 2 min
aantal keer dat de groene indicatieled knippert als de lijn bezet is driemaal binnen 2 s
duur dat de oproep aan een buitenpost of een etageoproep gesignaleerd blijft 30 s
duur dat een door jezelf gemaakte interne oproep gesignaleerd blijft 30 s
Je kunt deze instellingen wijzigen via:
• de voeding (10-80X)
• het servicetoestel (10-870)
• het relais (10-83X)
Raadpleeg de handleiding van het respectievelijke toestel.
6. PROBLEEMOPLOSSING
1. Controleer altijd eerst met een multimeter de spanning tussen de klemmen:
Tussen de klemmen … Moet de volgende spanning aanwezig zijn
b en a + 24 Vdc
b en P + 24 Vdc