nl
127
Water- en ijsdispenser
Storing
Eventuele oorzaak
Oplossing
Hoewel de dispenser langere tijd
in werking is, komen er geen
ijsblokjes uit.
De kraan is dicht.
Waterkraan openen.
De watervoorziening is onderbroken.
De waterdruk is te laag.
Neem contact op met de installateur.
De ijsbereider is buiten werking gesteld.
IJsbereider weer inschakelen (zie „IJs- en waterdispenser”,
„IJsbereider buiten werking stellen”).
De ijs- en waterdispenser is uitgeschakeld. Op
het display brandt „IWD off”.
IJs- en waterafgifte inschakelen (zie het hoofdstuk IJs- en
waterafgifte uit- en inschakelen).
Te warm in de diepvriesruimte.
Temperatuur in de diepvriesruimte kouder instellen (zie het
hoofdstuk Temperatuur instellen).
Er zijn ijsblokjes
in het ijsblokjesreservoir maar ze
komen er niet uit.
De ijsblokjes zijn aan elkaar vastgevroren.
IJsblokjesreservoir eruit halen en legen.
De ijsblokjes zitten klem
in de opening van het
ijsblokjesreservoir of in de ijsmaler.
IJsblokjesreservoir eruit halen en de transportschroefas met
de hand verdraaien. Eventueel klem zittende ijsbrokjes met
een houten staafje losmaken.
De ijsblokjes zijn waterig.
De ijsblokjes werden ontdooid.
IJsblokjesreservoir eruit halen, legen en droogwrijven.
Deur van het diepvriesruimte is geopend.
Deur sluiten.
Stroomuitval.
Controleren of er stroom is.
De waterdispenser functioneert
niet.
De kraan is dicht.
Waterkraan openen.
De watervoorziening is onderbroken.
De waterdruk is te laag.
Neem contact op met de installateur.
De ijsbereider produceert niet
genoeg ijs of de ijsblokjes zijn
vervormd.
Het apparaat of de ijsbereider werd pas kort
geleden ingeschakeld.
Het duurt ca. 24 uur tot de ijsproductie begint.
Er werd een grote hoeveelheid ijs uitgehaald. Het duurt ca. 24 uur tot het ijsblokjesreservoir weer gevuld is.
Lage waterdruk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten op de voorgeschreven
waterdruk (zie het hoofdstuk „Apparaat aansluiten”, paragraaf
„Wateraansluiting”).
Waterfilter verstopt of verbruikt.
Waterfilter vervangen.
De temperatuur in de diepvriesruimte
is te warm.
De temperatuur in de vriesruimte iets kouder instellen.
Borrelende, gorgelende geluiden uit
de waterleiding.
Watertoevoer is onderbroken of verstopt.
1. Watertoevoer controleren.
2. Controleren of de waterleiding verstopt is.
3. In sommige gevallen is het voldoende om de ijs- en
waterafgifte kort uit te schakelen (zie het hoofdstuk „IJs- en
waterafgifte uit- en inschakelen”).