10
-
Grote borstel (16)
-
Spuitmondstuk (19)
Figuur 9
Het gebruik
Aan/uit schakelaar (4)
Wanneer de watertank gevuld is en eventuele accessoires zijn bevestigd, stopt u de stekker in het
stopcontact. Schakel het apparaat in met de Aan/Uit schakelaar. De aan/uit-indicator (6) en stoom
indicatielampje (5) gaan branden.
Indicatielampje stoom (5)
Het indicatorlampje stoom gaat uit zodra de bedrijfstemperatuur bereikt is. Het apparaat is nu klaar
voor gebruik.
Het indicatorlampje stoom schakelt herhaaldelijk in en uit tijdens het gebruik terwijl het apparaat
op temperatuur blijft.
Stoomspuit (9)
De stoomspuit is voorzien van een veiligheidsslot (11). In de "uit"-stand zal de stoomspuit geen
stoom uitstoten, ook niet wanneer het apparaat in werking is. Om veiligheidsredenen altijd de
stekker van de vergrendeling op "uit" zetten wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, zoals
weergegeven in figuur 10.
Om de stoom te gebruiken, de vergrendeling op "aan" zetten zoals weergegeven in figuur 10.
Bevestig een accessoire naar keuze. De stoomreiniger is nu klaar voor gebruik.
Druk op de stoomtrekker (10) om stoom uit het mondstuk te spuiten. Houd de stoomtrekker
ingedrukt en richt de stoom op het te reinigen oppervlak. Beweeg de stoomreiniger achteruit en
vooruit; de stoom niet langere tijd op dezelfde plek concentreren.
Opmerking: Eerste uitstoot van stoom kan condensatie van waterdruppels bevatten; wij adviseren
de eerste paar seconden de stoom te richten op een doek of de gootsteen.
Opmerking: alleen op de stoomtrekker drukken wanneer u het oppervlak wilt reinigen.
Opmerking: de vergrendeling altijd in de vergrendelde positie zetten wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt.
Figuur 10