55
7. Voorschriften voor batterijen en accu´s
• Houd batterijen/accu´s buiten bereik van kinderen.
• Laat batterijen/accu´s niet achteloos liggen; er bestaat het gevaar dat deze door kinderen of huisdieren worden
ingeslikt. In zo´n geval moet u altijd direct een arts raadplegen!
• Zorg dat batterijen/accu´s niet worden kortgesloten, doorboord of in vuur worden geworpen. Er bestaat explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde batterijen/accu´s kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken; draag in dit geval
beschermende handschoenen.
• Gewone batterijen mogen niet worden opgeladen. Er bestaat brand- en explosiegevaar! U mag alleen accu´s opladen
die hiervoor geschikt zijn. Gebruik geschikte laders.
• Let bij het plaatsen van de batterijen/accu´s op de juiste polariteit (plus/+ en min/-).
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (bijv. als u het opbergt), moet u de batterijen (of accu´s) uit de
afstandsbediening en het modelvoertuig nemen om beschadigingen door lekkende batterijen/accu´s te voorkomen.
Laad accu´s ongeveer om de 3 maanden op, omdat anders door de zelfontlading de zogeheten diepontlading kan
optreden, waardoor de accu´s onbruikbaar worden.
• Vervang steeds de volledige set batterijen of accu´s. U mag geen volle en halfvolle batterijen of accu´s door elkaar
gebruiken. Gebruik altijd batterijen of accu´s van hetzelfde type en dezelfde fabrikant.
• U mag nooit batterijen en accu´s door elkaar gebruiken! Gebruik voor de afstandsbediening batterijen of accu´s.
De afstandsbediening (zender) kan zowel met batterijen als accu´s gebruikt worden.
Door de lagere spanning (accu = 1,2V, batterij = 1,5V) en de lagere capaciteit van accu's is de
gebruiksduur korter. Dit speelt normaal gesproken geen rol aangezien de bedrijfsduur van de
afstandsbediening veel langer is dan die van de accu in het modelvoertuig.
Als u batterijen voor de afstandsbediening gebruikt, raden wij aan om hoogwaardige alkalinebatterijen
te gebruiken.