54
b) Gebruik
• Gelieve u tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub te wenden als u nog niet genoeg kennis heeft voor
het gebruik van op afstand bediende modellen.
• Voordat de zender mag worden ingeschakeld, dient de meegeleverde antenne op de antenneaansluiting van de
zender te worden vastgeschroefd. Gebruik bij het vastschroeven geen geweld.
Gebruik de zender nooit zonder de meegeleverde antenne. Dit heeft niet alleen een klein bereik tot gevolg, maar
kan ook de zender beschadigen.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde antenne.
• Schakel bij de ingebruikname steeds eerst de zender in. Pas daarna mag de ontvanger in het model worden
ingeschakeld (stroomvoorziening voor ontvanger resp. rijregelaar inschakelen). Dit kan anders tot onvoorziene reacties
van het voertuig leiden!
Plaats het model voor het inschakelen op een geschikte ondergrond, zodat de aandrijving vrij kan draaien.
• Controleer vóór het gebruik en terwijl het model stilstaat of het zoals verwacht op de commando´s van de
afstandsbediening reageert.
• Let er bij het gebruik van een model altijd op, dat er zich nooit lichaamsdelen of voorwerpen in de gevarenzone van
motoren of andere draaiende aandrijfonderdelen bevinden. Kom niet met uw vingers in de aandrijving.
• Een verkeerd gebruik kan ernstig persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben! Let altijd op een direct
zichtcontact met het model en gebruik het daarom ook niet ’s nachts.
• U mag het model alleen besturen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door
alcohol of medicijnen kunnen verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Gebruik het model op een plaats waar u geen andere personen, dieren of voorwerpen in gevaar brengt. Gebruik het
alleen op privéterrein of op speciaal daarvoor bestemde plaatsen.
• Bij storingen moet u het gebruik van uw model onmiddellijk stopzetten en de oorzaak voor de fout verhelpen voordat
u het model opnieuw in gebruik neemt.
• Gebruik uw afstandsbediening niet bij onweer, onder hoogspanningsleidingen of in de buurt van zendmasten.
• Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld zolang het model in gebruik is. Om een model af te zetten,
moet u steeds eerst de motor uitschakelen en daarna het ontvangstsysteem. Pas daarna mag de afstandsbediening
of zender uitgeschakeld worden.
• Bescherm de afstandsbediening tegen vocht en sterke vervuiling.
• U mag de zender niet langdurig aan direct zonlicht of grote hitte blootstellen.
• Bij zwakke batterijen (of accu´s) in de afstandsbediening zal de reikwijdte verminderen. Als de accu´s voor de
ontvanger zwak worden, zal het model niet meer correct op de afstandsbediening reageren.
In zo´n geval moet u het gebruik onmiddellijk stopzetten. Vervang de batterijen door nieuwe of laad de accu´s op.
• Neem geen risico bij het gebruik van het model. Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk van uw
verantwoord gebruik van het model.