MOA A011D2, Instruction Manual, Page: 37 / 105

Mobiele Airconditioner - Nederlandse handleiding 37
NL
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (5/6)
48. Geen ontstekingsbronnen:
Tijdens werkzaamheden aan een koelsysteem waarbij leidingen
worden blootgelegd met daarin (voorheen) ontvlambaar koelmiddel,
mogen geen ontstekingsbronnen worden gebruikt in manieren die
kunnen leiden tot een risico op brand of een explosie. Alle mogelijke
ontstekingsbronnen, zoals sigaretrook, moeten op voldoende afstand
worden gehouden van de plek van installatie, reparatie, verwijdering
of demontage. Tijdens deze werkzaamheden kan ontvlambaar
koelmiddel vrijkomen in de omgevingsruimte. Voordat het werk
aanvangt, dient het gebied rond de installatie te worden gecontroleerd
om te verzekeren dat er geen ontvlambare gevaren of risico op
ontbranding bestaat. Plaats borden met ‘Verboden te roken’.
49. Geventileerde ruimte:
Ga na of het gebied buiten is of voldoende geventileerd wordt voordat
u het systeem opent of warmwerk aanvangt. Er dient continue ventilatie
te zijn voor de duur van de werkzaamheden. De ventilatie dient
eventueel koelmiddel veilig te verspreiden en bij voorkeur extern de
atmosfeer in te verdrijven.
50. Controle van de koelingsinstallatie:
Elektrische onderdelen die worden vervangen, moeten worden
vervangen met geschikte onderdelen met de juiste specificaties.
De onderhouds- en servicerichtlijnen van de producent dienen ten
alle tijden te worden nageleefd. Neem bij twijfel contact op met de
technische afdeling van de producent voor assistentie.
Voer de volgende controles uit op installaties met ontvlambare
koelmiddelen:
– De laadomvang is in overeenstemming met de afmeting van de ruimte
waarin het koelsysteem met de onderdelen wordt geïnstalleerd;
– De apparatuur en uitlaat voor ventilatie werken correct en zijn vrij
van obstakels;
– Als er een indirect koelcircuit wordt gebruikt, wordt het secundaire
circuit gecontroleerd op aanwezigheid van het koelmiddel;
– Aanduidingen op de apparatuur zijn leesbaar en zichtbaar.
Markeringen en tekens die onleesbaar zijn, moeten worden bijgewerkt;
– de koelleiding of -onderdelen zijn geïnstalleerd in een positie met
kleine kans op blootstelling aan een substantie die de koelmiddel-
houdende onderdelen zal corroderen, tenzij de onderdelen zijn
gemaakt van materialen die inherent bestand zijn tegen corrosie of
voldoende bescherming hebben gekregen tegen corrosie.