36
Bij de automatische werkstand “
(I FEEL...)” kunnen de optimale instellingen automatisch met een
druk op de toets worden gemaakt.
Starten:
■
Druk op de
ON/OFF
toets.
Als er is ingesteld op “
(I FEEL...)” wordt de airconditioning automatisch op
de optimale temperatuur ingesteld.
Stoppen:
■
Druk nogmaals op de
ON/OFF
toets.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Als u het warm heeft:
■
Druk op de
TOO
WARM
toets om de temperatuur te verlagen.
Bij iedere druk op de toets wordt de temperatuur met ongeveer 1
°
C verlaagd.
Als u het koud heeft:
■
Druk op de
TOO
COOL
toets om de temperatuur te verhogen.
Bij iedere druk op de toets wordt de temperatuur met ongeveer 1
°
C verhoogd.
FAN
VANE
MODE
ECONO COOL
STOP
START
HR.
MIN
I FEEL COOL
DRY
HEAT
/FAN
“I FEEL...” AUTOMATISCHE BEDIENING
Details van de werking
Afhankelijk van de kamertemperatuur bij het starten wordt automatisch ingesteld op de werkstand KOELEN, DROGEN of
VERWARMEN. Als het apparaat echter binnen 2 uur na het stoppen weer wordt gestart, zal dezelfde werkstand als die
voor het stoppen was ingesteld weer worden geactiveerd. De functie die was ingesteld wordt in dit geval ook niet veran-
derd indien de temperatuur in de kamer is veranderd. Druk op een van de
MODE
toetsen indien de geactiveerde functie
niet geschikt is voor de huidige omstandigheden.
Details van de automatische bedieningsfunctie
Bedieningsfunctie
De airconditioner werkt om de ingestelde temperatuur te be-
reiken. Wacht even totdat deze temperatuur is bereikt.
De kamertemperatuur is bijna gelijk aan de ingestelde tem-
peratuur.
(alleen voor buitenuniten uit de MXZ-lijn)
Raadpleeg Informatie over de Multi System-airconditioner.
(Pagina 37)
Aanduiding
Verschil tussen de ingestelde
temperatuur en kamertemperatuur
Ongeveer 2
°
C of meer
Ongeveer 2
°
C of minder
—
Operation Indicator
Meer over de “I FEEL...” functie
Als de “
(I FEEL...)” niet geselecteerd is, moet u op de
MODE
toets drukken om de functie in te schakelen.
Bijiedere druk op de toets schakelt de bedieningsfunctie over
van
(I FEEL...)
→
(Koelen)
→
(Drogen)
→
(Ver-
warmen/Ventileren)
KOELEN en VERWARMEN -TYPE
ALLEEN KOELEN -TYPE
Kamertemperatuur
Bedieningsfunctie
Ingestelde temperatuur
Bedieningsfunctie
Ingestelde temperatuur
bij het starten
(basisstand)
(basisstand)
Ongeveer 25
°
C of hoger
Koelen
Ongeveer 24
°
C
Koelen
Ongeveer 24
°
C
Ongeveer 25
°
C - 23
°
C
Drogen
—
Drogen
—
Ongeveer 23
°
C of lager
Verwarmen
Ongeveer 26
°
C
Drogen
—
OPMERKING:
KOELEN:
Wanneer de kamertemperatuur 2
°
C hoger is dan de ingestelde temperatuur, mag de ingestelde
temperatuur niet worden gewijzigd aangezien het apparaat dan werkt om de (ingestelde) tempe-
ratuur te bereiken. Wacht tot de kamertemperatuur daalt tot minder dan 2
°
C boven de ingestelde
temperatuur en bedien dan het apparaat.
VERWARMEN:Wanneer de kamertemperatuur 2
°
C lager is dan de ingestelde temperatuur, mag de (ingestelde)
temperatuur niet worden gewijzigd aangezien het apparaat dan werkt om de ingestelde tempera-
tuur te bereiken. Wacht tot de kamertemperatuur stijgt tot minder dan 2
°
C onder de ingestelde
temperatuur en bedien dan het apparaat.
Aanduidingen op het display van de binnenunit
De bedieningsindicator aan de rechterkant van de binnenunit toont de ingestelde functie.
Bedieningsindicator
ON/OFF
FAN
TOO
WARM
TOO
COOL
VANE
MODE
ECONO COOL
STOP
START
HR.
MIN.
I FEEL COOL
DRY
AM
PM
CLOCK
˚C
AMPM
HEAT
/FAN
RESET CLOCK
Licht op
Knippert
Licht niet op
Beschrijving van de “FUNCTIE AUTO RESTART”
•
Deze apparaten zijn uitgerust met de functie Auto Restart (automatisch opnieuw starten). Wanneer de netvoeding
wordt ingeschakeld, start de airconditioner automatisch in de werkstand die was ingesteld met de afstandsbediening
voordat de stroomtoevoer werd onderbroken.
•
Als de airconditioner was uitgeschakeld met de afstandsbediening voordat de stroomtoevoer werd onderbroken, blijft
het apparaat uitgeschakeld, ook nadat de netvoeding wordt ingeschakeld.
•
Als de airconditioner in de noodbediening stond voordat de stroomtoevoer werd onderbroken, start het apparaat,
wanneer de netvoeding wordt ingeschakeld, in de werkstand die was ingesteld met de afstandsbediening vóór de
noodbediening.
•
Als het apparaat voor de spanningsonderbreking in “I FEEL…” stond, wordt de werkstand (COOL, DRY of HEAT) niet
in het geheugen opgeslagen. Als de netspanning weer wordt ingeschakeld, komt het apparaat weer in bedrijf, waarbij
de werkstand door de temperatuur van de ruimte op dat moment wordt bepaald.