42
5. Koelleidingwerk
5.3. Ontluchtingsprocedures en de lektest
Sluit de koelleidingen (zowel de vloeistof- als gasleidingen) tussen de binnen- en
buitenunit aan.
Nadat de koelleidingen zijn aangesloten en ontlucht, opent u alle afsluitkranen en
vloeistofleidingen. Als de unit wordt gebruikt zonder dat de openingen geheel zijn
geopend, kan dit de werking verminderen en storingen veroorzaken.
Leidinglengte: maximaal 7 m
U hoeft geen gas bij te vullen.
Leidinglengte meer dan 7
meter.
Extra gas zoals vermeld vereist.
Verwijder de onderhoudsopeningdop van de stopklep aan de zijde van de gaslei-
ding van de buitenunit. (De stopklep werkt niet in de originele stand, zoals bij het
verlaten van de fabriek ingesteld (geheel gesloten met dop aangebracht).)
Sluit de meter spruitstukklep en de vacuümpomp op de onderhoudsopening van
de stopklep aan de zijde met de vloeistofleiding aan de buitenunit aan.
Controleer het vacuüm met de meter spruitstukklep. Sluit vervolgens de meter
spruitstukklep en stop de vacuümpomp.
Wacht één of twee minuten. Controleer of de wijzer van de meter spruitstukklep
in dezelfde stand blijft. Controleer of de drukmeter –0,101 MPa (–760 mmHg)
toont.
ONTLUCHTINGSPROCEDURES
Verwijder de meter spruitstukklep snel van de onderhoudsopening van de stopklep.
Start de vacuümpomp. (Trek vacuüm gedurende meer dan 15 minuten.)
Draai de dop van de onderhoudsopening weer vast tot de originele stand.
Draai de dop weer vast.
Test op lekken
*Openen
*Sluiten
Zeshoekige sleutel
Vakuüm-
pomp
Hendel
La
Stopklep
Venstertje
Stopklep
Onderhoudsingang
*4 tot 5 slagen
Aanvoerslang
(R32)
Aanvoerslang
(R32)
Hendel Ho
Inlaatklep
drukmeter (R32)
Drukmeter (R32)
Compounddrukmeter
(R32)
(of de vacuümpomp
met terugstroom-
preventie)
Adapter ter
voorkoming van
terugstromen
Stopklep
-0,101 MPa
(-760 mmHg)
VH79A015H01_04Nl.indd 42
10/11/2018 1:39:20 PM