41
5. Koelleidingwerk
5.2.5. Controleren (Fig. 5-7)
• Vergelijk de opgetrompte leiding met de afbeelding rechts.
• Snijd het opgetrompte stuk af en tromp de leiding opnieuw op wanneer deze on-
deugdelijk is opgetrompt.
a
Rondom glad
f
Kras op het opgetrompte vlak
b
Binnenkant glimt overal, zonder krassen
g
Gebarsten
c
Rondom even lang
h
Ongelijk
d
Te veel
i
Voorbeelden van ondeugdelijk optrompen
e
Scheef
• Breng een dun laagje koelolie aan op het verbindingsvlak van de leiding. (Fig. 5-8)
• Voor de aansluiting moet u eerst het midden uitlijnen. Vervolgens draait u de op-
trompmoer 3 tot 4 slagen aan.
• Gebruik de onderstaande tabel met aandraaimomenten als richtlijn voor het ver-
bindingspunt op de aansluitzijde van de binnenunit en draai de aansluiting vast
met twee sleutels. Wanneer u een optrompmoer te stevig aandraait, kan dit het
getrompte deel beschadigen.
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
Buitendiameter flensmoer
(mm)
Aanhaalmoment
(N·m)
ø6,35
17
14 - 18
ø9,52
22
34 - 42
ø12,7
26
49 - 61
ø15,88
29
68 - 82
Waarschuwing:
Als u het apparaat installeert, zet de koelmiddelleidingen dan stevig vast
voordat u de compressor start.
Waarschuwing:
De optrompmoer kan er afvliegen! (door interne druk)
Verwijder de optrompmoer als volgt:
1. Draai de moer los totdat een sissend geluid hoorbaar is.
2. Verwijder de moer niet voordat het gas geheel is vrijgekomen (het sis-
sende geluid is gestopt).
3.
Controleer of het gas geheel is vrijgekomen en verwijder vervolgens de moer.
Fig. 5-7
Fig. 5-8
c
b
a
d
e
f
g
h
i
B
a
d
c
b
e
f
90°
d
c
b
a
b
a
a
b
e
b
c
d
c
A
Fig. 5-3
5.2. Optrompen
• De belangrijkste oorzaak van gaslekken is een fout bij het optrompen.
Voer het optrompen op de volgende manier correct uit.
5.2.1. Leidingen snijden (Fig. 5-3)
• Snijd de koperen leiding recht af met een pijpsnijder.
5.2.2. Bramen verwijderen (Fig. 5-4)
• Verwijder zorgvuldig alle bramen uit de doorsnede van de buis/leiding.
• Houd het uiteinde van de buis/leiding naar beneden om te voorkomen dat koper-
vijlsel in de leiding vallen.
5.2.3. Moeren bevestigen (Fig. 5-5)
• Verwijder de optrompmoeren die aan de binnen- en buitenunit zijn bevestigd en
bevestig deze aan de buis/leiding nadat de bramen zijn verwijderd.
(Het is niet mogelijk deze na het optrompen te bevestigen.)
5.2.4. Optrompen (Fig. 5-6)
• Gebruik optrompgereedschap voor het optrompen (zie rechts).
Leidingdia-
meter
(mm)
Afmetingen
A (mm)
B
+0
(mm)
-0,4
Bij het gebruik van het gereedschap voor R32
Type koppeling
6,35
0 - 0,5
9,1
9,52
0 - 0,5
13,2
12,7
0 - 0,5
16,6
15,88
0 - 0,5
19,7
Houd de koperen leiding stevig vast in de matrijs met de maat uit bovenstaande
tabel.
Fig. 5-4
Fig. 5-5
Fig. 5-6
a
Koperen leidingen
b
Goed
c
Niet goed
d
Scheef
e
Ongelijk
f
Bramen
a
Braam
b
Koperen buis/
leiding
c
Opruimer
d
Pijpsnijder
a
Optrompmoer
b
Koperen leiding
a
Trompgereedschap
b
Matrijs
c
Koperen leiding
d
Optrompmoer
e
Span
VH79A015H01_04Nl.indd 41
10/11/2018 1:39:19 PM