83
9. Proefdraaien
• Voor de beschrijving van elke controlecode raadpleegt u de onderstaande tabel.
①
Controlecode
Symptoom
Opmerking
P1
Inlaatsensorfout
P2, P9
Pijpsensorfout (vloeistof- of 2-fasenpijp)
E6, E7
Communicatiefout binnen-/buitenapparaat
P4
Afvoersensorfout
P5
Afvoerpompfout
PA
Geforceerde fout compressor
P6
Beveiligingsactie in geval van bevriezing/oververhitting
EE
Communicatiefout tussen binnen- en buitenapparaten
P8
Pijptemperatuurfout
E4
Ontvangstfout signaal afstandsbediening
Fb
Fout besturingssysteem binnenapparaat (geheugenfout, enz.)
PL
Abnormaal koelmiddelcircuit
E0, E3
Transmissiefout afstandsbediening
E1, E2
Fout bedieningspaneel afstandsbediening
E9
Communicatiefout binnen-/buitenapparaat (zendfout) (buitenapparaat)
Zie voor nadere informatie
het LED-display van de
besturingskaart van het
buitenapparaat.
UP
Overstroomonderbreking compressor
U3, U4
Thermistors van het buitenapparaat geopend/kortgesloten
UF
Overstroomonderbreking compressor (bij vergrendelde compressor)
U2
Abnormaal hoge uitstoottemperatuur/49C-werking/onvoldoende koelstof
U1, Ud
Abnormaal hoge druk (63H-werking)/oververhittingsbeveiliging aangesproken
U5
Abnormale temperatuur van het koellichaam
U8
Beveiligingsstop van de ventilator van het buitenapparaat
U6
Overstroomonderbreking compressor/afwijking van de voedingsmodule
U7
Te sterke verwarming door te lage afvoertemperatuur
U9, UH
Afwijking zoals te hoge of te lage spanning of afwijkend synchroon signaal naar het netvoedingscircuit/
stroomsensorfout
Andere
Andere fouten (Zie de technische handleiding voor het buitenapparaat.)
• Op de afstandsbediening met draad
①
Controleer de code die in het LCD-scherm wordt weergegeven.
9.2.2. Met behulp van de draadloze afstandsbediening (optie)
[Fig. 9-2-4] (P.8)
Ⓐ
Toets TEST RUN (Proefdraaien)
Ⓑ
Toets MODE (Modus)
Ⓒ
Toets FAN (Ventilator)
Ⓓ
Toets VANE (Jaloezie)
①
De stroomvoorziening van het apparaat moet tenminste 12 uur voor het eerste
proefdraaien zijn ingeschakeld.
②
Druk tweemaal achtereen op de TEST RUN proefdraaitoets
Ⓐ
.
(Verricht deze handelingen wanneer het scherm van de afstandsbediening is
gedoofd.)
De aanduiding
TEST RUN
en de huidige bedieningsstand worden aangegeven.
③
Druk op de MODE toets
Ⓑ
om de COOL koelingsstand in te schakelen en
controleer dan of het apparaat daadwerkelijk koele lucht uitblaast.
④
Druk op de MODE toets
Ⓑ
om de HEAT verwarmingsstand in te schakelen en
controleer dan of het apparaat daadwerkelijk warme lucht uitblaast.
⑤
Druk op de FAN toets
Ⓒ
en controleer of de ventilatorsnelheid verandert.
⑥
Druk op de ON/OFF toets om het proefdraaien te stoppen.
Opmerking:
•
Richt de afstandsbediening op de ontvanger van het binnenapparaat voor
de volgende stappen
②
tot
⑥
.
•
Het gebruik hiervan is niet mogelijk bij de FAN, DRY of AUTO functies.
[Uitvoerpatroon A] Fouten gesignaleerd door het binnenapparaat
Draadloze afstandsbediening
Afstandsbediening
met draad
Symptoom
Opmerking
Een pieptoon klinkt/het
OPERATION INDICATOR lampje
knippert (een aantal malen)
Controlecode
1
P1
Inlaatsensorfout
2
P2, P9
Pijp (vloeistof- of 2-fasen pijp) sensorfout
3
E6, E7
Communicatiefout binnen/buitenapparaat
4
P4
Afvoersensorfout
5
P5
Afvoerpompfout
6
P6
Beveiliging tegen bevriezen/oververhitting
7
EE
Communicatiefout tussen het binnen- en het buitenapparaat
8
P8
Pijptemperatuurfout
9
E4
Signaalontvangstfout afstandsbediening
10
–
–
11
–
–
12
Fb
Systeemfout binnenapparaatregeling (geheugenfout, enz.)
14
PL
Abnormaal koelmiddelcircuit
Geen geluid
– –
Geen betekenis
Summary of Contents for Mr.SLIM SEZ-M25DA
Page 171: ...Only for R32 ...