77
6. Koelleidingwerk
6.1. Koelpijpen
[Fig. 6-1] (P.4)
ⓐ
Binnenapparaat
ⓑ
Buitenapparaat
Zie de handleiding die bij het buitenapparaat is geleverd voor de limieten voor het
hoogteverschil tussen de apparaten en voor de hoeveelheid koelmiddel die u kunt
bijvullen.
Vermijd de volgende plaatsen, omdat daar mogelijkerwijs problemen met de
airconditioner zullen optreden.
• Ruimten met veel olie, bijvoorbeeld machineolie of bakolie.
• Een zoute omgeving, zoals aan zee.
• De omgeving van warme bronnen.
• Plaatsen met zwavelgassen.
• Andere plaatsen met een bijzondere luchtgesteldheid.
• Deze eenheid heeft getrompte verbindingen aan zowel de binnenunit als de
buitenunit. (Fig. 6-1)
• Isoleer zowel de koelstof- als de afvoerleiding volledig om condensvorming te
voorkomen.
Vervaardiging van leidingen
• Koelstofleidingen van 3, 5, 7, 10 en 15 m kunnen desgewenst worden gebruikt.
(1) Onderstaande tabel geeft de specificaties voor leidingen die in de handel
verkrijgbaar zijn.
Model
Leiding
Buitenste diameter
Minimale
muurdikte
Dikte van
isolatie
Isolatiemateriaal
mm
inch
SEZ-
M25
Voor vloeistof
6,35
1/4
0,8 mm
8 mm
Heat resisting
foam plastic
0,045 specific
gravity
Voor gas
9,52
3/8
0,8 mm
8 mm
SEZ-
M35
Voor vloeistof
6,35
1/4
0,8 mm
8 mm
Voor gas
9,52
3/8
0,8 mm
8 mm
SEZ-
M50
Voor vloeistof
6,35
1/4
0,8 mm
8 mm
Voor gas
12,7
1/2
0,8 mm
8 mm
SEZ-
M60
Voor vloeistof
6,35
1/4
0,8 mm
8 mm
Voor gas
15,88
5/8
1,0 mm
8 mm
SEZ-
M71
Voor vloeistof
9,52
3/8
0,8 mm
8 mm
Voor gas
15,88
5/8
1,0 mm
8 mm
(2) Controleer of de 2 koelleidingen goed geïsoleerd zijn zodat condensvorming
wordt voorkomen.
(3) De buigzaamheidsradius van de koelleiding moet 10 cm of meer zijn.
Voorzichtig:
Gebruik isolatie van de juiste dikte. Te dikke isolatie veroorzaakt plaatsgebrek
achter de binnenunit en te dunne isolatie kan leiden tot condensvorming.
6.2. Optrompen
• De belangrijkste oorzaak van gaslekken is een fout bij het optrompen.
Voer het optrompen op de volgende manier correct uit.
6.2.1. Leidingen snijden
[Fig. 6-2-1] (P.4)
ⓐ
Koperen leidingen
ⓑ
Goed
ⓒ
Niet goed
ⓓ
Scheef
ⓔ
Ongelijk
ⓕ
Bramen
• Snijd dme koperen leiding recht af met een pijpsnijder.
6.2.2. Bramen verwijderen
[Fig. 6-2-2] (P.4)
ⓐ
Braam
ⓑ
Koperen buis/leiding
ⓒ
Opruimer
ⓓ
Pijpsnijder
• Verwijder zorgvuldig alle bramen uit de doorsnede van de buis/leiding.
• Houd het uiteinde van de buis/leiding naar beneden om te voorkomen dat
kopervijlsel in de leiding vallen.
6.2.3. Moeren bevestigen
[Fig. 6-2-3] (P.4)
ⓐ
Optrompmoer
ⓑ
Koperen leiding
• Verwijder de optrompmoeren die aan de binnen- en buitenunit zijn bevestigd en
bevestig deze aan de buis/leiding nadat de bramen zijn verwijderd.
(Het is niet mogelijk deze na het optrompen te bevestigen.)
• Gebruik de flensmoer die aan dit binnenapparaat is bevestigd.
6.2.4. Optrompen
[Fig. 6-2-4] (P.4)
ⓐ
Trompgereedschap
ⓑ
Matrijs
ⓒ
Koperen leiding
ⓓ
Optrompmoer
ⓔ
Span
• Gebruik optrompgereedschap voor het optrompen (zie hieronder).
Leidingdiameter
(mm)
Afmetingen
A (mm)
B
+0
-0,4
(mm)
Bij het gebruik van het gereedschap
voor R32/R410A
Type koppeling
6,35
0 - 0,5
9,1
9,52
0 - 0,5
13,2
12,7
0 - 0,5
16,6
15,88
0 - 0,5
19,7
Houd de koperen leiding stevig vast in de matrijs met de maat uit bovenstaande
tabel.
• In het geval dat de koelleidingen na loskoppeling opnieuw moeten worden
aangesloten, vervaardig dan het flensgedeelte van de leiding opnieuw.
6.2.5. Controleren
[Fig. 6-2-5] (P.4)
ⓐ
Rondom glad
ⓕ
Kras op het opgetrompte vlak
ⓑ
Binnenkant glimt overal, zonder krassen.
ⓖ
Gebarsten
ⓒ
Rondom even lang
ⓗ
Ongelijk
ⓓ
Te veel
ⓘ
Voorbeelden van ondeugdelijk optrompen
ⓔ
Scheef
• Vergelijk de opgetrompte leiding met de afbeelding rechts.
• Snijd het opgetrompte stuk af en tromp de leiding opnieuw op wanneer deze
ondeugdelijk is opgetrompt.
Summary of Contents for Mr.SLIM SEZ-M25DA
Page 171: ...Only for R32 ...