28
5. Elektrische aansluitingen
6. Onderhoud
6.1. Gas bijvullen (Fig. 6-1)
1. Sluit de gascilinder aan op de dienstopening van de afsluitkraan (3 wegaf-
sluiter).
2. Ontlucht de leiding (of slang) van de gascilinder met koelstof.
3. Vul de aangegeven hoeveelheid koelstof bij terwijl de airconditioner in de
koelmodus is ingeschakeld.
Opmerking:
Wanneer u koelvloeistof bijvult, dient u zich te houden aan de hoeveelheid die
voor het speci
fi
eke koelcircuit is opgegeven.
Voorzichtig:
• Laat geen koelgas in de ruimte ontsnappen.
Zorg ervoor dat er tijdens installatie, demontage of reparaties aan het koel-
circuit geen koelgas in de ruimte ontsnapt.
• Maak voor het bijvullen van koelstof gebruik van een gascilinder met vloei-
bare koelstof.
Indien de koelstof als gas wordt bijgevuld, kan er een wijziging optreden in
de samenstelling van de koelstof binnen de cilinder en het buitenapparaat.
In dit geval neemt het koelvermogen van het apparaat af of de normale wer-
king wordt onmogelijk. Echter, alle vloeibare koelstof in één keer bijvullen
kan ervoor zorgen dat de compressor blokkeert. Vul de koelstof daarom
langzaam bij.
Voor het behouden van een hoge druk van de cilinders, dient u deze bij koude
omstandigheden met warm water (onder 40°C) te verwarmen. Gebruik echter nooit
vuur of stoom.
5.2. Elektrische aansluitingen in het veld
Model buitenunit
SUZ-SA71VA3, SUZ-SA100VA2
Voeding buitenunit
~/N (enkelfasig), 50 Hz, 230 V
Stroomopnamecapaciteit buitenunit
Hoofdschakelaar (Onderbreker)
*1
20 A
Aansluitdraad
aantal
×
diameter
(mm
2
)
Voeding buitenunit
2 × Min. 2,5
Aarde voeding buitenunit
1 × Min. 2,5
Binnenunit-Buitenunit
3 × 1,5 (Polair)
Aarde binnenunit-Buitenunit
1 × Min. 1,5
Span-
ning
van het
circuit
Buitenunit L-N
*2
AC 230 V
Binnenunit-Buitenunit S1-S2
*2
AC 230 V
Binnenunit-Buitenunit S2-S3
*2
12 V DC ~ 24 V DC
*1. Er dient te worden voorzien in een onderbreker met een contactscheiding van minimaal 3 mm. Gebruik een aardlekschakelaar (NV).
Let erop dat de stroomonderbreker geschikt is voor de aanwezigheid van hogere harmonischen.
Gebruik altijd een stroomonderbreker die geschikt is voor de aanwezigheid van hogere harmonischen, aangezien dit apparaat is uitgerust met een omvormer.
Een onjuiste stroomonderbreker kan leiden tot verkeerde werking van de omvormer.
*2. De waarden zijn NIET altijd van toepassing op aarde.
Aansluiting S3 heeft een spanning van 24 V DC ten opzichte van aansluiting S2. S3 en S1 zijn echter NIET door de transformator of anderszins onderling elektrisch
gescheiden.
Opmerkingen: 1. De draaddiameter dient overeen te komen met de van toepassing zijnde plaatselijke en nationale richtlijn.
2. De aansluitkabels van de voeding en de binnen-/buitenunits dienen minimaal
fl
exibele polychloropreenkabels te zijn. (Ontwerp 60245 IEC 57)
3. De aardingskabel moet langer zijn dan de andere kabels.
S1
S2
S3
S1
S2
S3
Buitenunit
3-polige isolator
230V
Enkelfasig
Isolator
Binnenunit
Waarschuwing:
Door het elektrische ontwerp staat een hoge spanning op aansluitklem S3, waarbij geen elektrische isolatie aanwezig is tussen de voedingsspanning en de com-
municatie-signaalleidingen. Schakel daarom bij onderhoudswerkzaamheden de voedingsspanning uit. Raak bovendien nooit aansluitklemmen S1, S2 en S3 aan
als de spanning is ingeschakeld. Indien u tussen de binnen- en buitenunit een isolator wilt aanbrengen, gebruik dan een 3-polige scheider.
A
Binnenunit
H
Koelstofgascilinder voor R410A, met siphon
B
Koppelstuk
I
Koelstof (vloeibaar)
C
Vloeisto
fl
eiding
J
Elektronische weegschaal voor bijvullen koelstof
D
Gasleiding
K
Laadslang (R410A)
E
Stopklep
L
Meter van spruitstukafsluiter (R410A)
F
Buitenunit
M
Onderhoudsopening
G
Koelstofgascilinder bedieningsklep
Fig. 6-1
Voorkom rookvorming, brand en communicatiestoringen en splijt derhalve de voedingskabel en de kabel tussen het binnen- en buitenapparaat niet.