Nederlands-34
Gebruik van een computer voor de bediening van de monitoren
Wanneer u een computer gebruikt om de monitoren te bedienen, dient u zelf de toepassingssoftware klaar te maken.
1. Verbind de RS-232C IN-aansluiting van de hiervoor aangegeven Master-monitor met de RS-232C aansluiting van de com-
puter met behulp van een RS-232C kabel.
Of, gebruik een CAT5-kabel en verbind hiermee de RS-232C aansluiting van de computer met de CAT5 IN-aansluiting van de
Master-monitor via de CAT5 Tx BOX.
2. Wijs met MONITOR ID een monitor-ID toe aan elke MDT421S die in de reeks is aangesloten. (Zie stap 2 op pagina 33.)
3. Stel de AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheidsfunctie) op het OSD-scherm (PICTURE) als volgt in.
REMOTE
REMOTE
SECONDARY
SECONDARY
Master-monitor
Slave-monitoren
AUTO BRIGHTNESS
CONTROL
4. Voor de speci
fi
caties van de communicatieopdrachten neemt u contact op met de leverancier.
<Nummerfunctie voor de afstandsbediening>
Indien er meerdere MDT421S monitoren met behulp van RS-232C kabels zijn aangesloten, kunt u met één afstandsbediening
iedere willekeurige monitor of alle monitoren tegelijk bedienen.
1. Wijs aan iedere aangesloten MDT421S monitor een willekeurig identi
fi
catienummer toe met behulp van MONITOR ID.
Beschikbaar zijn de ID-nummers 1 t/m 26.
Het is raadzaam om bij het toewijzen van ID-nummers voor een doorlopende nummering te kiezen, beginnend bij 1.
2. De afstandsbediening van de eerste MDT421S monitor wordt ingesteld op PRIMARY en die van de overige monitoren op
SECONDARY.
3. Wanneer u de afstandsbediening richt op de afstandsbedieningssensor van de PRIMARY-monitor en vervolgens op de
DISPLAY-toets van de afstandsbediening drukt, dan verschijnt het ID-selectievenster in de linker bovenhoek van het scherm.
4. Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor van de PRIMARY-monitor.
Het On-Screen Display verschijnt op de monitor dat het door u gekozen ID-nummer heeft.
OPMERKING:
Wanneer het ID-selectievenster wordt weergegeven op de PRIMARY-monitor, dan kunt u nogmaals op de DISPLAY-toets
drukken om het ID-selectievenster weer te sluiten en alleen de door u gekozen monitor te bedienen.
OPMERKING:
Indien u de afstandsbedieningsmodus foutief heeft ingesteld en afstandsbediening niet mogelijk is, druk dan op een willekeurige
toets van het bedieningspaneel van de monitor om het On-Screen Display te laten verschijnen en verander de afstandsbedie-
ningsmodus via de menuoptie ADVANCED OPTION. Wanneer de DISPLAY-toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, wordt de afstandsbedieningsmodus weer ingesteld op NORMAL.
ID:1
ID No. :2
Selecteer het gewenste ID-nummer voor de monitor met behulp van de +/- toets van de
afstandsbediening.
Het ID-nummer van de bediende monitor verschijnt in de linker bovenhoek van het scherm.
U kunt alle aangesloten monitoren bedienen door ALL te selecteren.
ID-nummer van de huidige monitor