Nederlands
Nederlands-25
AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheidsfunctie)
Deze functie regelt de helderheid van het scherm overeenkomstig de hoeveelheid omgevingslicht zodat het beeld goed
zichtbaar is.
Bovendien wordt de helderheid van het scherm bijgeregeld overeenkomstig de eigenschappen van het omgevingslicht en
wat er op het scherm wordt weergegeven, om een zo laag mogelijk stroomverbruik te verkrijgen.
[AUTO BRIGHTNESS] (Automatische helderheidsfunctie)
LOCAL: De automatische helderheidsfunctie is ingeschakeld.
REMOTE: De automatische helderheidsfunctie is ingeschakeld. De monitor schakelt over naar de communicatiemodus. In
deze modus worden meerdere beeldschermen tegelijk bestuurd. (Zie pagina 33.)
OFF: De functie is uitgeschakeld.
[CONTROL] (Besturing)
PRIMARY: Selecteer deze instelling om de monitor als Master-monitor in te stellen wanneer er gelijktijdig meerdere
monitoren worden bediend.
SECONDARY: Selecteer deze instelling om de monitor afzonderlijk te gebruiken of om de monitor als Slave-monitor in te
stellen wanneer er gelijktijdig meerdere monitoren worden bediend.
[LIGHT FROM BACK] (Licht vanaf achteren)
YES: Selecteer deze instelling wanneer er een lichtbron, zoals een lamp, of een raam achter de monitor is.
NO: Selecteer deze instelling wanneer er geen lichtbron, zoals een lamp, of een raam achter de monitor is.
[BACK WALL] (Achterwand)
Selecteer de volgende instelling overeenkomstig de afstand tussen de achterkant van de monitor en de muur of het raam.
FAR: De afstand is meer dan 5 meter.
NEAR: De afstand is minder dan 5 meter.
[FRONT SENSOR] (Voorsensor)
Selecteer ON voor normaal gebruik.
OFF: Selecteer deze instelling wanneer de sensor op het voorpaneel is afgedekt.
[REAR SENSOR] (Achtersensor)
Selecteer ON voor normaal gebruik.
OFF: Selecteer deze instelling wanneer de sensor op het achterpaneel is afgedekt.
[SATURATION] (Verzadiging)
ON: De beeldverzadiging wordt ingesteld overeenkomstig het omgevingslicht.
OFF: De beeldverzadiging wordt niet aangepast.
[VIDEO DETECT] (Videodetectie)
ON: De helderheid van het scherm varieert afhankelijk van wat er op het scherm wordt weergegeven, om het
stroomverbruik van de monitor te verminderen.
OFF: De helderheid van het scherm varieert niet en het stroomverbruik wordt niet verminderd.
PICTURE RESET (Fabrieksinstellingen voor beeld)
Als u Picture reset kiest, worden alle oorspronkelijke OSD-instellingen met betrekking tot de instelling PICTURE hersteld.
Selecteer “Yes (ja)” en druk op de knop “SET” (instellen) om de fabrieksinstellingen te herstellen.
Druk op de knop “EXIT” (afsluiten) om de handeling te annuleren en terug te keren naar het voorgaande menu.
Vervolg van de vorige pagina.