10
MITARI Hijstechniek B.V.
5
NL
Bijkomende veiligheidsvoorschriften bij gebruik samen met een hijsmiddel
Houd rekening met de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik en de periodieke keuring van
hijsmiddelen. Hiervoor verwijzen wij naar de van kracht zijnde wetgeving.
Alvorens met het hijsen te beginnen:
•
Controleer de goede werking van het hijsmiddel;
•
Vergewis u ervan dat de haken van het hijsmiddel goed in de voorziene ogen van het
werktuig zitten;
•
De haken van het hijsmiddel moeten uitgerust zijn met een blokkeerklep
(veiligheidshaaksysteem) om te voorkomen dat het werktuig tijdens manipulatie kan loskomen;
•
Eventuele andere hijscomponenten dienen afgestemd te zijn op het maximale
hijsvermogen van het hijsmiddel. Een schokdemper SD15 met hijskracht van maximum
1500 kg is apart verkrijgbaar;
•
Vergewis er u van dat er zich geen andere personen dan deze noodzakelijk voor het
bedienen van werktuig en hijsmiddel in het werkgebied bevinden;
•
Begin het optillen van de last voorzichtig, vermijd schokken. Zorg ervoor dat steeds een
volledig zicht aanwezig is op de bewegende last;
•
Voor het hijsen van een beladen werktuig hoger dan 1,5m is het aanbrengen van een
veiligheidsnet verplicht;
•
Hou de snelheid bij het heffen in het oog, deze mag niet meer zijn dan 22 m/min bedragen;
•
Vermijd botsen van de last, zorg dat de last nergens achter kan blijven hangen;
•
Stippel het manoeuvreren zodanig uit dat de last niet over mensen moet komen, of over
plaatsen waar het eventueel onvoorziene vallen van de last een extra risico zou betekenen;
•
Verlaat nooit uw werkpost terwijl het werktuig nog in de lucht hangt (met of zonder last);
•
Hijs nooit personen met of mede met behulp van een hijsmiddel;
•
Stop de hijswerkzaamheden indien u een onregelmatigheid vaststelt en verwittig een
verantwoordelijk persoon;
•
Het is ten allen tijde verboden zich onder de last te begeven.
Controles voor ieder gebruik
Het is van belang dat het werktuig voor ieder gebruik op beschadigingen wordt gecontroleerd (vb.
geplooide of ontbrekende onderdelen, scheurtjes in de lasnaden).
Een beschadigd werktuig mag nooit ingezet worden.
Bij geconstateerde beschadigingen verwittigd u het
verantwoordelijk personeel voor verdere actie.
Na een eventuele herstelling dient het werktuig opnieuw
gekeurd te worden door een erkend controleorganisme.