
6
7
9.
Stippel het manoeuvreren zodanig uit dat de last niet over mensen moet komen, of over plaatsen waar
het eventueel onvoorziene vallen van de last een extra risico zou betekenen;
10. Maak nooit diagonale bewegingen! Eerst verticaal heffen, daarna pas horizontaal positioneren. Nooit
lasten zijwaarts trekken;
11. Verlaat nooit uw werkpost terwijl het werktuig nog in de lucht hangt (met of zonder last);
12. Hijs nooit personen met of mede met behulp van een hijsmiddel;
13. Stop de hijswerkzaamheden indien u een onregelmatigheid vaststelt en verwittig een verantwoordelijk
persoon;
14. Het is te allen tijde verboden zich onder de last te begeven.
Het gebruik van een hijsmiddel, takels, veiligheidshaken, kabels of kettingen voor de
ophanging aan de hijsinrichting, valt niet onder de verantwoordelijkheid van Mitari
Hijstechniek BV.
5.
Contoles voor ieder gebruik
Het is van belang dat het werktuig voor ieder gebruik op beschadigingen wordt gecontroleerd (vb. geplooide
of ontbrekende onderdelen, scheurvorming, slijtage van de getande zijde, roestvorming, de conditie van de
harpsluiting).
Een beschadigd werktuig mag nooit ingezet worden. Bij geconstateerde beschadigingen
verwittigt U het verantwoordelijk personeel voor verdere actie.
Na een eventuele herstelling dient het werktuig opnieuw gekeurd te worden door een
erkend controleorganisme.
6.
Gebruik van het werktuig
1.
Steek aan iedere kant van de kabeltrommel een haak door de hijsgaten met de gekartelde zijde naar
beneden gericht;
2.
Bevestig de harpsluitingen aan de 2-sprong of hijsbanden.
Vergewis U er van dat zowel de haken als de hijsgaten van de kabeltrommel vrij van olie of
andere vervuiling zijn. Indien nodig moeten deze zuiver gemaakt worden alvorens met de
ijswerkzaamheden aan te vangen.
Gebruik steeds 2 identieke haken om het verplaatsen van een kabeltrommel op een
veilige manier te laten verlopen.
Hijs de kabelhaspel op kleine hoogte. Door het gewicht van de kabeltrommel worden de
haken met de tanden in de hijsgaten geblokkeerd. Controleer of alle haken vastzitten
en de kabeltrommel horizontaal in de hijsuitrusting hangt. Indien dit niet zo is laat je de
kabeltrommel terug zakken op een stabiele ondergrond en verbeter je de positie van de
haken.
7.
Preventief onderhoud
Het werktuig is niet onderhevig aan preventief onderhoud.
Niettemin verdient het aanbeveling rekening te houden met volgende richtlijnen:
1.
Sla het werktuig op in een droge en goed geventileerde ruimte;
2.
Sla het werktuig op in een stabiele positie om het omvallen en mogelijke beschadigingen te vermijden.
Maak desnoods gebruik van een reksysteem;
3.
Plaats geen materialen op het werktuig bij opslag;
4.
Behandel eventuele roestvorming;
5.
Vervang altijd onmiddellijk ontbrekende of beschadigde onderdelen door originele delen;
6.
Bij geconstateerde beschadigingen verwittigt U het verantwoordelijk personeel voor verdere actie.
3. Gebruiksvoorwaarden
Het werktuig mag enkel gebruikt worden volgens onderstaande bepalingen.
Eventueel misbruik en hieruit voortvloeiende ongevallen zijn voor rekening van de gebruiker. Mitari Hijstechniek
BV kan hiervoor nooit aansprakelijk gesteld worden.
1.
Dit werktuig is enkel te gebruiken voor de toepassing waarvoor het ontworpen is, namelijk het hijsen,
transporteren en verplaatsen van kabeltrommels, in combinatie met een hijsmiddel;
2.
Dit werktuig mag enkel per paar worden gebruikt, en enkel voor kabeltrommels met
een gatendiameter van 55 tot 80mm bij een steekbreedte van 60 en 150mm;
3.
Behandelen van lasten/materialen op dragers en/of hulp- of hijsmiddelen waarvoor dit werktuig niet is
ontworpen is strikt verboden;
4.
Het werktuig mag NOOIT gebruikt worden voor het hijsen of verplaatsen van personen;
5.
Het nominale hijsvermogen (maximale werklast of WLL) mag nooit overschreden worden, ECHTER, een
minimale belasting van 5% van de WLL moet worden gerespecteerd;
6.
Het werktuig mag nooit in een defecte of onvolledige toestand worden ingezet, noch mogen er
wijzigingen aan de constructie worden aangebracht;
7.
De normale gebruikstemperatuur bedraagt -20 tot +60 °C en het werktuig mag enkel gebruikt worden in
een explosievrije omgeving;
8.
Voorzie een veilige opbergpositie voor het werktuig bij niet gebruik om beschadigingen te vermijden.
4. Veiligheidsvoorschriften
Algemene veiligheidsvoorschriften
1.
Het werktuig mag alleen gebruikt worden door gekwalificeerd personeel welke de gebruiksaanwijzing
heeft gelezen en begrepen;
2.
Bij het gebruik van het werktuig dienen steeds de geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen
gedragen te worden. Veiligheidshelm, veiligheidsschoenen en werkhandschoenen zijn het strikte
minimum;
3.
Enkel de bedienaars van het werktuig mogen zich in het werkgebied bevinden;
Bijkomende veiligheidsvoorschriften bij gebruik samen met een hijsmiddel
Houd rekening met de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik en de periodieke keuring van
hijsmiddelen. Hiervoor verwijzen wij naar de van kracht zijnde wetgeving.
Alvorens met het hijsen te beginnen:
1.
Controleer de goede werking van het hijsmiddel;
2.
De haken van het hijsmiddel moeten van het zelfsluitende type veiligheidshaken zijn om te voorkomen
dat het werktuig tijdens manipulatie kan loskomen;
3.
Het gebruikte hijswerktuig moet zodanig uitgerust zijn dat de gebruikte kabels of kettingen bij volle
belading loodrecht naar beneden hangen en mekaar niet kunnen kruisen;
4.
Alle gebruikte hijscomponenten dienen afgestemd te zijn op het maximale hijsvermogen van het
hijsmiddel;
5.
Vergewis er u van dat er zich geen andere personen dan deze noodzakelijk voor het bedienen van
werktuig en hijsmiddel in het werkgebied bevinden;
6.
Begin het optillen van de last voorzichtig, vermijd schokken. Zorg ervoor dat steeds een volledig zicht
aanwezig is op de bewegende last;
7.
Hou de snelheid bij het heffen in het oog, deze mag niet meer zijn dan 22 m/min bedragen;
8.
Vermijd botsen van de last, zorg dat de last nergens achter kan blijven hangen;