24
VEILIGHEIDSREGELS VOOR
LASERLICHTEN
Het laserlicht/de laserstraling gebruikt in het DE
FENG lasersysteem is van klasse 2 met maximum
1mW en 650nm golflengtes. Deze lasers vertonen
normaal geen optisch gevaar, hoewel naar de straal
kijken verblinding kan veroorzaken.
WAARSCHUWING. Staar nooit rechtstreeks naar
de laserstraal. Een gevaar kan worden gevormd
door het opzettelijk in de laserstraal starten, dus
moet u alle veiligheidsregels als volgt naleven;
• De laser moet worden gebruikt en onderhouden in
overeenstemming met de instructies van de
fabrikant.
• Richt de straal nooit naar enige persoon of enig
voorwerp buiten het werkstuk.
• De laserstraal mag niet bewust op personeel
worden gericht en mag ook niet naar het oog van
een persoon worden gericht.
• Zorg steeds dat de laserstraal naar een stevig
werkstuk zonder weerkaatsende oppervlakken is
gericht. Bijvoorbeeld hout of oppervlakken met ruw
oppervlak zijn aanvaardbaar. Glimmend
reflecterend bladstaal of gelijkaardige materialen
zijn niet geschikt voor lasergebruik aangezien het
reflecterend oppervlak de laserstraal kan
terugsturen naar de operator.
• Vervang het laserlichtgeheel niet door een ander
lichttype. Herstellingen moeten worden uitgevoerd
door de laserfabrikant of een erkende agent.
WAARSCHUWING. Gebruik van
bedieningselementen of afstellingen of uitvoeren
van andere procedures dan deze hierin
gespecificeerd kan blootstelling aan gevaarlijke
straling tot gevolg hebben. Zie de relevante
Europese standaarden, EN60825-1 voor meer
informatie over lasers.
TRILLINGSVEILIGHEID
Dit werktuig trilt tijdens het gebruik. Herhaalde of
langdurige blootstelling aan trilling kan tijdelijke of
permanente kwetsuren veroorzaken, in het
bijzonder aan de handen, armen en schouders. Om
het risico van trillingsgebonden kwetsuren te
verkleinen:
1. Iedereen die trilwerktuigen regelmatig of
langdurig gebruikt, moet eerst worden
onderzocht door een dokter en daarna
regelmatige medische controles ondergaan
om te waarborgen dat geen medische
problemen worden veroorzaakt of
verslechterd door het gebruik. Zwangere
vrouwen of mensen met een slechte
bloedsomloop in de hand, een
geschiedenis van handkwetsuren,
zenuwstelselproblemen, suikerziekte of de
ziekte van Raynaud mogen dit werktuig
niet gebruiken. Als u enige medische of
fysische symptomen in verband met de
trillingen ondervindt (zoals tintelingen,
verlamming en witte of blauwe vingers),
vraag dan zo spoedig mogelijk medische
hulp.
2. Rook niet tijdens het gebruik. Nicotine
vermindert de bloedtoevoer naar de handen en
vingers, waardoor het risico op
trillingsgebonden kwetsuren toeneemt.
3. Gebruik werktuigen met de laagste trilling als
er een keuze is tussen verschillende
processen.
4. Voorzie trillingvrije periodes in elke werkdag.
5. Grijp het werktuig zo losjes mogelijk vast
(terwijl u het toch veilig onder controle houdt).
Laat het werktuig het werk doen.
6. Om de trillingen te verminderen het werktuig
onderhouden zoals uitgelegd in deze
handleiding. Als enige abnormale trillingen
optreden moet u het gebruik onmiddellijk
stopzetten.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Controleer of de op het
typeplaatje van de machine
vermelde spanning
overeenkomt met de ter
plaatse beschikbare
netspanning.