46
De positie van de schijfafdekkingen (3/15)
kan aan de gegeven arbeids omstandig -
heden aangepast worden. Daarvoor de
schroef (12) met een schroevendraaier
lossen en de afdekking op de nieuwe
positie draaien. De schroef weer stevig
aantrekken (afb. 3).
LET OP! De gesloten kant van de
beschermkap van de schijf moet
ter bescherming tegen vonken en
afslijpsel altijd naar de bediener wijzen.
Montage en demontage van de
beschermkap
Al naar behoefte en toepassingsgebied
de schijfafdekking wisselen. Daarvoor
wordt de schroef (12) zover losgedraaid,
tot de beschermkap door draaien uit de
geleidegroef van de slijpkop genomen
kan worden.
Montage in omgekeerde volgorde.
Extra handgreep
De extra handgreep (2) kan al naar
gelang de werkwijze op drie
verschillende plaatsen op de slijpkop
gemonteerd worden (afb.4).
Montage van gereedschap
LET OP! Vóór alle werkzaam -
heden aan het apparaat de
stekker uit het stopcontact trekken!
Doorslijp- en voorbewerkingsschijven
Op de spil (6) (afb. 2) kunnen alle
soorten slijp- en doorslijpschijven (haaks
gebogen A/B, vlak en ‘diamant’ C)
bevestigd worden. Al naar gelang de
soort en de dikte van de schijf wordt
daarvoor een geschikte plaats van
spanschijf (7) en spanmoer (8) gekozen.
Spilvergrendelknop (4) diep
indrukken en in deze stand
houden. Evt. de spil met de vrije
hand iets draaien tot deze vastklikt.
Spanmoer met de bijgevoegde
flenssleutel goed vastdraaien (afb. 5).
Het werken met schijven dikker dan 6
mm wordt niet aanbevolen.
LET OP! Schijven vóór het
wisselen laten afkoelen, gevaar
voor verbranding! Werk altijd met een
gemonteerde beschermkap van de
schijf.
LET OP! Ten aanzien van
accessoires de gegevens
van de fabrikant in acht nemen. Het
toegestane toerental moet boven het
stationaire toerental van het apparaat
liggen.
8 – Gebruik
Inschakelen (Afb. 7)
Apparaat aan de handgreep (9) en extra
handgreep (2) vastpakken en vasthouden.
Veiligheidsschuifschakelaar (1a) met uw
wijsvinger in de richting van de pijl
schuiven en de Aan-/Uitschakelaar (1b)
met uw hele hand in de richting van de
pijl drukken (afb. 7).
Softstart
De machine beschikt over een
elektronische softstart voor een zachte,
motorsparende aanloop. Het maximaal
benodigde toerental voor het werk
wordt na enkele seconden bereikt.
Uitschakelen (Afb. 7)
Aan-/Uitschakelinrichting (1) loslaten en
het apparaat vasthouden tot de motor
helemaal stilstaat.
5455380-Winkleschl-man 05.04.13 13:16 Seite 46