ACTIVE AFSTANDSBEDIENING
Hoofdstuk 3
INSTRUCTIEBOEKJE
pag.
5
Werking van de afstandsbediening
Technische dienst - Alle rechten voorbehouden - Reproductie verboden
MAN
12:02
31
MAX
°C
TU
12:03
31
°C
TU
35
°C
AUTO
3
Werking van de afstandsbediening
3.1
Algemene voorschriften
Houd de toets A 1” lang ingedrukt om het product in/uit te schakelen.
Druk op de toets C om wijzigingen aan te brengen. Druk op de toets E
om deze wijzigingen op te slaan. Druk op de toets B om de werkmodus
van het product te kiezen (zie paragraaf 3.3). Gebruik de toets D om de
instellingen van de functies VENTILATIE en SLEEP te doorlopen (zie
paragraaf 3.4).
Druk vanuit een willekeurige stand kort op de toets A (of raak de
toetsen 7” niet aan) om terug te keren naar de standaardweergave.
3.2
Begininstellingen:
3.2.1
Tijdinstelling:
Houd zowel bij in- als bij uitgeschakelde afstandsbediening de toetsen
B+E gelijktijdig 3” ingedrukt om toegang te krijgen tot het menu voor
de datum- en uurregeling. De cijfers voor het uur gaan knipperen, stel
het uur in met de toets C. Druk op de toets E om de wijzigingen op te
slaan. Nu gaan de cijfers voor de minuten knipperen. Ga op dezelfde
wijze te werk als voor het wijzigen/opslaan van het uur, stel vervolgens
de weergavemodus van het uur in (12h of 24h) en hierna gaat de dag
knipperen. Na ook de dag te hebben ingesteld, worden de instellingen
verlaten.
OPMERKING: telkens wanneer er nieuwe batterijen in de
afstandsbediening worden gestoken, wordt het uur gereset en
wordt de tijdinstelling automatisch opgeroepen.
3.2.2
Instelling °C – °F:
Houd alleen bij uitgeschakelde kachel de toets B 5” ingedrukt om de
meeteenheid van de temperatuur in te stellen (Celsius of Fahrenheit).
3.3
Instelling werkmodus:
Druk bij ingeschakelde afstandsbediening op de toets B om één van
volgende 4 werkmodi van het product te selecteren. In de afbeelding 1-
2-3-4 worden de 4 standaardweergaven afgebeeld, respectievelijk:
3.3.1
HANDMATIGE modus (opschrift MAN):
In deze werkmodus kunnen het vlamvermogen (5 niveaus – gebruik de
toets C om in te stellen) en het ventilatievermogen handmatig worden
ingesteld op 5 n auto (zie paragraaf 3.4.1). Afbeelding 1
3.3.2
AUTOMATISCHE modus (opschrift AUTO):
In deze werkmodus kan de gewenste omgevingstemperatuur worden
ingesteld. De kachel regelt automatisch het vlamvermogen om deze
temperatuur te bereiken. De ventilatie kan worden ingesteld op 5
n auto (zie paragraaf 3.4.1). Afbeelding 2
AFB.2
AFB.1