
15
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT. IEDERE REPRODUCTIE, ZELFS GEDEELTELIJK, IS VERBODEN.
- 15 -
GEWOON ONDERHOUD
4.
Troubleshooting
Wanneer het apparaat niet correct werkt, probeer dan de meer bescheiden problemen op te
lossen met behulp van deze tabel.
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
INTERVENTIE
Het apparaat kan niet worden
ingeschakeld.
•
De hoofdschakelaar is niet in-
geschakeld.
•
De differentiaal of de mag-
neetthermische beveiliging is
doorgeslagen.
•
Schakel de hoofdschakelaar
in.
•
Herstel de differentiaal of de
magneetthermische beveili-
ging.
Er zijn vlekken in de bereidings-
kamer.
•
Waterkwaliteit.
•
Vervallen detergent.
•
Onvoldoende nagespoeld.
•
Het water filteren (zie ver
-
zachter).
•
Gebruik het aanbevolen de-
tergent.
•
Herhaal het naspoelen.
De verlichte indicatoren blijven
uit.
•
De hoofdschakelaar is niet in-
geschakeld.
•
De differentiaal of de mag-
neetthermische beveiliging is
doorgeslagen.
•
Schakel de hoofdschakelaar
in.
•
Herstel de differentiaal of de
magneetthermische beveili-
ging.
Indien het niet mogelijk is de oorzaak van het probleem op te lossen, schakel het apparaat dan
uit en sluit alle toevoerkranen; raadpleeg vervolgens de bevoegde technische servicedienst