NL
30
symbool na uit. De ventilator loopt op
het laagste snelheidsniveau.
CHILD LOCK (kindervergrendeling) (20)
Kinderbeveiliging activeren / deactiveren
Wanneer deze functie actief is, dan zij n
alle bedieningselementen geblokkeerd.
Als er toch een veld wordt aangeraakt,
dan weerklinken er drie alarmsignalen.
Raak het veld aan om de functie te acti-
veren, en raak het ca. 5 seconden aan om
deze te deactiveren.
Afstandsbediening
De toetsen van de afstandsbediening
(
afbeelding D
) komen overeen met de
functies van de bedieningselementen
van het bedieningsveld (
1
). Alleen de
ioniserings- en sterilisatiefunctie zij n op
de afstandsbediening verdeeld over twee
afzonderlij ke toetsen (
Ion
+
Sterilize (steri-
liseren)
).
BATTERIJ EN PLAATSEN /
VERVANGEN
Het batterij vak zit aan de smalle zij de van
de afstandsbediening.
Controleer vóór het plaatsen van de
batterij of de contacten in de afstandsbe-
diening en aan de batterij schoon zij n, en
reinig deze indien nodig.
1. Trek het batterij vak eruit (
afbeel-
ding E
).
2. Neem de lege batterij eruit en plaats
een nieuwe batterij
(3 V; CR2025). De
pluspool moet naar boven wij zen.
3. Schuif het batterij vak in de afstands-
bediening. Het moet hoor- en voel-
baar vastklikken.
Vervang de batterij als het vermogen van
de afstandsbediening afneemt.
GEBRUIK
Opgelet!
■
Het apparaat moet een vrij e ruimte
van minstens 30 cm naar boven en
alle zij den hebben en op een droge,
vlakke en stabiele ondergrond staan.
■
Controleer vóór de inzet of het com-
bi-fi lter correct zit.
■
Sluit het apparaat alleen aan op een
contactdoos die is geïnstalleerd vol-
gens de voorschriften en die overeen-
stemt met de technische gegevens.
De contactdoos moet ook na het aan-
sluiten goed toegankelij k zij n, zodat
de verbinding met het stroomnet snel
kan worden verbroken.
■
Zet het apparaat niet in zonder toe-
zicht, om in het geval van storingen
meteen te kunnen ingrij pen.
1. Zet het apparaat op de gewenste
plek.
Voor een effi ciënte werkwij ze
raden wij aan om de ramen en
deuren van de ruimte te sluiten.
2. Wikkel de aansluitkabel helemaal uit
en sluit hem aan op een goed toe-
gankelij ke contactdoos. Er weerklinkt
een geluidssignaal. Alle elementen
in het bedieningsveld (
1
) lichten op
en doven, met uitzondering van de
indicatie
– –
. Het bedrij fslampje in het
veld
ON / OFF (aan/uit)
(
12
) knippert.
Het apparaat bevindt zich in de stand-
by modus.
3. Raak het veld
ON / OFF (aan/uit)
aan
om het apparaat in te schakelen. Het
bedrij fslampje brandt continu en het
apparaat begint te werken.
Het
AUTO-
programma en de ionise-
ring
ION
(
15
) zij n vooringesteld.
4. Pas de instellingen van het apparaat
aan aan de individuele behoeften (zie
09814_Inlay_DE-EN-FR-NL_A5_V1.indb 30
09814_Inlay_DE-EN-FR-NL_A5_V1.indb 30
31.07.2020 08:59:01
31.07.2020 08:59:01