Indien het toestel niet aangaat, moet men de
betreffende sectie raadplegen (Parag. “
13.
WERKINGSPROBLEMEN, OORZAKEN
EN OPLOSSINGEN
”).
OPGEPAST: Wanneer de generator
stilvalt door interventie van de
omgevingsthermostaat (optioneel
artikel), gebeurt de heropstart van
het toestel automatisch wanneer de
temperatuur onder de ingestelde
drempel daalt.
►►8. AFSTELLING THERMISCH
VERMOGEN
Naargelang het type generator kan men
het thermische vermogen van het toestel
regelen. Het thermische vermogen kan
worden geregeld aan de hand van de
draaiknop op de basis van de generator (Fig.
22), of op de drukregelaar die op de gasfles
is geïnstalleerd (Fig. 23), naargelang het
model.
►►�. UITSCHAKELING BIJ DE
MANUELE MODELLEN (... / ...M /
...DV)
►9.1.
Sluit de gasfles (Fig. 24).
►9.2.
Laat de ventilator gedurende circa
60 s werken, om interne schade wegens
oververhitting te vermijden (interne koeling
van de generator).
►9.3.
Zet de schakelaar “O/I” op de stand
“O” (Fig. 25).
►9.4.
Koppel de generator los van het
elektrische net (Fig. 26).
►9.5.
Koppel de generator los van de
gastoevoerleiding (Fig. 27-28-29).
►►1�. UITSCHAKELING BIJ DE
ELEKTRONISCHE MODELLEN
(...E)
►10.1.
Zet de schakelaar “O/I” op de
stand “O” (Fig. 25). De vlam gaat uit en de
generator voert de fase post-ventilatie uit.
Wacht tot de cyclus voltooid is, om interne
schade wegens oververhitting te vermijden
(de fase gebeurt automatisch en kan van
50 s÷5 min duren naargelang de interne/
externe temperatuur van de generator).
►10.2.
Sluit de gasfles (Fig. 24).
►10.3.
Koppel de generator los van het
elektrische net (Fig. 26).
►10.4.
Koppel de generator los van de
gastoevoerleiding (Fig. 27-28-29).
N.B.: Vermijd om de generator van het
elektrische net los te koppelen vóór het
einde van de fase post ventilatie, om
interne schade wegens oververhitting te
vermijden.
►►11. SCHOONMAAK EN
ONDERHOUD
Laat de technische dienst minstens één
keer per jaar en/of naargelang de noodzaak
controleren of de generator correct werkt.
Vooraleer het toestel weer in gebruik te
stellen, moet het worden schoongemaakt.
►11.1.
Vooraleer werkzaamheden voor
onderhoud, schoonmaak en reparatie
op het toestel te beginnen, moet men
de sequentie voor uitschakeling volgen
[Parag. “
9. UITSCHAKELING BIJ DE
MANUELE MODELLEN (... / ...M /
...DV)
” of “
10.
UITSCHAKELING BIJ DE
ELEKTRONISCHE MODELLEN
(...E)
”].
►11.2.
De schoonmaak betreft enkel de
luchtaanvoer (achterkant) van de generator.
►11.3.
Wanneer het toestel opnieuw wordt
gebruikt, moet men de staat van integriteit
van de gasleiding en van de voedingskabel
controleren; indien u twijfels hebt over hun
integriteit, dient u de technische dienst om
een interventie te vragen.
►11.4.
Voer geen interventies uit die niet
toegelaten zijn.
►►12. AANSLUITING
OMGEVINGSTHERMOSTAAT (...E)
(optioneel)
Verwijder de dop die op het toestel
is
aangesloten
en
verbind
de
omgevingsthermostaat (optioneel) (Fig. 30).
Zie elektrisch schema (...E).
en
it
de
es
fr
nl
pt
da
fi
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh