2
33
Exploitatie
2.2 Kiezen van de voedings-
spanning
De schakelaar voor het bedrijfs-
systeem, wissel- of gelijkstroom
bevindt zich onder de tender.
Stand naar links: gelijkstroom
Stand naar rechts: wisselstroom
Het bedrijfssysteem digitaal / Delta
wordt altijd automatisch herkend.
Opmerking:
• De schakelaar 10 (gemerkt met 0)
van de adresschakelaar op de
digitale elektronica-print dient in
elk geval op „off“ te staan. Anders
staat de naar buiten gevoerde
bedrijfsschakelaar buiten werking
en bevindt zich de loc voortdurend
in het bedrijfssysteem „gelijkstroom”.
• Voor de bedrijfssystemen „gelijk-
stroom“ en „wisselstroom“ kunnen
uitsluitend rijregelaars gebruikt
worden die een afgevlakte gelijk-
stroom of een zuiver sinusvormige,
wisselspanning afgeven. Rijrege-
laars met impuls-breedte sturing
zijn niet toe te passen.
• Vanaf de fabriek is de loc ingesteld
op het bedrijfssysteem „wissel-
stroom”.
2.3 Instellen van de maximale
snelheid en de optrek- en
afremvertraging
Voor het wijzigen van de maximum-
snelheid of de optrek- en afremvertra-
ging dient eerst de kap van de tender
verwijderd te worden (zie pag. 47).
Op de print bevinden zich twee
draaipotentiemeters waarmee de
optreken afremvertraging of de maxi-
mum snelheid van de loc veranderd
kunnen worden. De afremvertaging
werkt alleen in het digital-bedrijf.
Draaipotmeter 1 (P 1):
Optrek- en afremvertraging worden
beide gelijktijdig veranderd.
Linksom:
minimale vertraging
Rechtsom: maximale vertraging
Draaipotmeter 2 (P 2):
Instelling van de maximum snelheid.
Linksom:
lage maximale snelheid
Rechtsom: hoge maximale snelheid
Op de fabriek is de maximale top-
snelheid en een gemiddelde optrek-
en afremvertraging ingesteld.
De lastafhankelijke na regeling werkt
automatisch. Door technische beper-
kingen werkt deze regeling in de
bedrijfsstand „wisselstroom“ of „gelijk-
stroom“ niet zo opvallend als in de
stand „Digital“.