71
Vijl en vijlbeweging
- Gebruik een speciale ronde vijl (optioneel accessoire)
voor het aanscherpen.
- Zaagketting type 91VG en 91PX: Ronde vijl voor
zaagketting, diameter 4,0 mm
- Zaagketting type 90SG: Ronde vijl voor zaagketting,
diameter 4,5 mm
- De vijl mag alleen tijdens de voorwaartse beweging
met het materiaal in aanraking komen. Til de vijl van
het materiaal af tijdens de achterwaartse beweging.
- Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes is
vervolgens de maatstaf voor alle andere messen op de
zaagketting.
- Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
(Fig. 38)
- De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een vijl-
houder (accessoire) wordt gebruikt. Op de vijlhouder
staan merktekens voor de juiste slijphoek van 30° (lijn
de merktekens parallel uit met de zaagketting) en
beperkt de diepte waartoe de vijl doordringt (tot 4/5 van
de vijldiameter).
Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
(Fig. 39)
- Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de
hoogte van de dieptemeter met behulp van het ketting-
meetgereedschap (optioneel accessoire).
- Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht
hoe klein, met een speciale platte vijl (optioneel acces-
soire).
- Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
- Spoel vuil- en stofdeeltjes van de zaagketting af na het
instellen van de hoogte van de dieptemeter.
Reinigen van het zaagblad (Fig. 40)
Schilfertjes en zaagsel zullen in de groef van het zaag-
blad blijven zitten, zodat de groef verstopt raakt en de
oliestroom wordt belemmerd. Verwijder altijd schilfertjes
en zaagsel uit de groef wanneer u de zaagketting aan-
scherpt of vervangt.
De olieuitstroomopening schoonmaken
Kleine vuil- of stofdeeltjes kunnen zich tijdens gebruik
ophopen in de olieuitstroomopening.
Kleine vuil- of stofdeeltjes die zich in de olieuitstroomo-
pening hebben verzameld kunnen het uitstromen van de
olie belemmeren waardoor de hele kettingzaag onvol-
doende wordt gesmeerd.
Wanneer onvoldoende toevoer van kettingolie optreedt
aan het uiteinde van het zaagblad, maakt u de olieuit-
stroomopening als volgt schoon.
Verwijder de accu van het gereedschap.
Verwijder de afdekking van kettingwiel en de zaagketting
van het gereedschap. (Raadpleeg het gedeelte getiteld
“Aanbrengen of verwijderen van de zaagketting”.)
Verwijder het stof en de kleine deeltjes met behulp van
een platkopschroevendraaier met een dunne steel of iets
dergelijks.
(Fig. 41)
Steek de accu in het gereedschap.
Knijp de aan/uit-schakelaar in om opgehoopte vuil- en
stofdeeltjes uit de olieuitstroomopening te persen door
kettingolie te doen stromen.
(Fig. 42)
Verwijder de accu van het gereedschap.
Monteer de afdekking van kettingwiel en de zaagketting
weer op het gereedschap.
Het kettingwiel vervangen (Fig. 43 en 44)
Controleer de conditie van het kettingwiel voordat u een
nieuwe zaagketting monteert.
LET OP:
• Een versleten kettingwiel beschadigt de nieuw zaagket-
ting. Vervang in dat geval eerst het kettingwiel. Het ket-
tingwiel moet worden gemonteerd in de richting
aangegeven in de afbeelding.
Monteer bij het vervangen van het kettingwiel altijd een
nieuwe borgring.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 45 en 46)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-
vang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarke-
ring versleten zijn. Houd de koolborstels schoon zodat ze
goed in de houders glijden. Beide koolborstels dienen
tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik uitsluitend
identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de doppen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten bor-
stels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de doppen weer
goed vast.
Het gereedschap bewaren
Reinig het gereedschap voordat u het opbergt. Haal de
afdekking van kettingwiel eraf en verwijder zaagsel en
houtsnippers vanaf het gereedschap. Laat na het
schoonmaken het gereedschap onbelast draaien om de
zaagketting en het zaagblad te smeren.
Plaats de kettingbeschermer op het zaagblad.
Verwijder de olie uit de olietank zodat deze leeg is en leg
de kettingzaag weg.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita servicecentrum, en dit uitsluitend met
gebruikmaking van originele Makita vervangingsonder-
delen.