48 NEDERLANDS
Voorbereidingen
1.
Draag tijdens het gebruik van de bladblazer
altijd stevige schoenen en een lange broek.
2.
Draag geen losse kleding of sieraden die in
de luchtinlaat gezogen kunnen worden. Houd
lang haar uit de buurt van de luchtinlaten.
3.
Draag tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap altijd een veiligheidsbril om
uw ogen te beschermen tegen letsel. De bril
moet voldoen aan ANSI Z87.1 in de Verenigde
Staten, aan EN 166 in Europa, en aan AS/
NZS 1336 in Australië en Nieuw-Zeeland. In
Australië en Nieuw-Zeeland is het wettelijk
verplicht om tevens een spatscherm te dragen
om uw gezicht te beschermen.
Het is de verantwoordelijkheid van de werk
-
gever om ervoor te zorgen dat geschikte
beschermingsmiddelen gebruikt worden door
de gebruikers van het gereedschap en anderen
in de onmiddellijke omgeving van de werkplek.
4.
Om irritatie door stof te voorkomen, adviseren
wij u een gezichtsmasker te dragen.
5.
Draag tijdens gebruik van het gereedschap
altijd slipvast veiligheidsschoeisel.
Slipvaste,
dichte veiligheidsschoenen of -laarzen verlagen
de kans op letsel.
Bediening
1.
Schakel de bladblazer uit, verwijder de accu
en verzeker u ervan dat alle bewegende delen
volledig tot stilstand zijn gekomen:
•
iedere keer als u de bladblazer onbeheerd
achterlaat;
•
voordat u een verstopping opheft;
•
voordat u de bladblazer controleert,
reinigt of er werkzaamheden aan gaat
verrichten;
•
als de bladblazer abnormaal begint te trillen.
2.
Gebruik de bladblazer alleen bij daglicht of
helder kunstlicht.
3.
Reik niet te ver en zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans.
4.
Zorg altijd dat u stevig staat op hellingen.
5.
Loop gewoon en ren niet.
6.
Zorg ervoor dat alle koelluchtinlaten vrij zijn
van vuil.
7.
Blaas nooit afval in de richting van
omstanders.
8.
Gebruik de bladblazer in een aanbevolen stand
en op een stevige ondergrond.
9.
Gebruik de bladblazer niet op hoge plaatsen.
10.
Richt het mondstuk nooit op iemand in de
buurt tijdens het gebruik van de bladblazer.
11.
Blokkeer nooit de aanzuigopening en/of
uitblaasopening.
•
Wees voorzichtig dat de aanzuigopening
of uitblaasopening niet verstopt raakt met
stof of vuil tijdens gebruik op een stoffige
plaats.
•
Gebruik geen andere mondstukken dan
die worden aanbevolen door Makita.
•
Gebruik de bladblazer niet om ballen,
rubberbootjes en dergelijke mee op te
blazen.
12.
Gebruik de bladblazer niet vlakbij een open
-
staand raam, enz.
13.
Wij adviseren u de bladblazer alleen op rede
-
lijke tijdstippen te gebruiken - niet vroeg in de
ochtend of laat in de avond wanneer overlast
voor anderen kan ontstaan.
14.
Wij adviseren u vóór gebruik het afval los te
maken met een hark of bezem.
15.
Wij adviseren u het lange mondstuk te gebrui
-
ken zodat de luchtstraal vlakbij de grond
vrijkomt.
16.
Als de bladblazer tegen een vreemd voorwerp
stoot of een vreemd geluid maakt of begint te
trillen, schakelt u de bladblazer onmiddellijk
uit. Verwijder de accu vanaf de bladblazer en
inspecteer de bladblazer op beschadigingen
voordat u de bladblazer weer start en gebruikt.
Als de bladblazer beschadigd is, vraagt u
een erkend Makita-servicecentrum hem te
repareren.
17.
Steek geen vingers of andere voorwerpen in
de aanzuigopening of uitblaasopening.
18.
Voorkom onbedoeld inschakelen. Verzeker u
ervan dat de schakelaar in de uit-stand staat
alvorens de accu aan te brengen of de bladbla
-
zer op te pakken of te dragen. Door de bladbla
-
zer te dragen met uw vinger op de schakelaar,
of door de bladblazer op een voeding aan te
sluiten terwijl de schakelaar aan staat, neemt
de kans op ongevallen sterk toe.
19.
Blaas nooit gevaarlijke materialen weg, zoals
spijkers, stukjes glas of mesjes.
20.
Gebruik de bladblazer niet in de buurt van
ontvlambare materialen.
21.
Vermijd langdurig gebruik van de bladblazer in
een zeer koude omgeving.
22.
Gebruik het gereedschap niet wanneer de kans
op bliksem bestaat.
23.
Als u het gereedschap op een modderige
ondergrond, natte helling of gladde plaats
gebruikt, let u erop dat u stevig staat.
24.
Gebruik het gereedschap niet bij slecht weer
waarin het zicht beperkt is.
Als u zich hier niet
aan houdt, kan dat een val of verkeerde bediening
veroorzaken als gevolg van het slechte zicht.
25.
Dompel het gereedschap niet onder in een
waterplas.
26.
Laat het gereedschap niet onbeheerd buiten in
de regen staan.
27.
Gebruik het gereedschap niet in de sneeuw.
Summary of Contents for UB002C
Page 2: ...2 1 Fig 1 1 2 3 Fig 2 1 2 3 Fig 3 3 2 1 Fig 4 1 Fig 5 ...
Page 3: ...3 1 2 Fig 6 1 2 3 Fig 7 1 2 Fig 8 2 3 1 Fig 9 ...
Page 4: ...4 1 3 2 4 Fig 10 1 Fig 11 1 Fig 12 1 2 3 Fig 13 1 2 Fig 14 1 Fig 15 ...
Page 5: ...5 1 Fig 16 1 2 Fig 17 1 2 1 1 Fig 18 1 2 Fig 19 1 2 Fig 20 1 2 Fig 21 1 Fig 22 ...
Page 6: ...6 1 Fig 23 1 2 Fig 24 1 Fig 25 Fig 26 1 Fig 27 1 Fig 28 1 3 2 Fig 29 ...
Page 103: ...103 ...