91 NEDERLANDS
De freesdiepte instellen terwijl de
invalfreesvoet is aangebracht
Optioneel accessoire
1.
Plaats het gereedschap op een vlakke ondergrond.
2.
Draai de aanslagvoet en selecteer de aanslagbout.
►
Fig.32:
1.
Aanslagbout
2.
Aanslagvoet
3.
Draai de borgmoer los en houd de toevoerknop
ingedrukt terwijl u de aanslagstang omhoog trekt.
►
Fig.33:
1.
Aanslagstang
2.
Borgmoer
3.
Toevoerknop
4.
Duw het gereedschap omlaag tot de punt van het
kantenfreesbit tegen de vlakke ondergrond aan komt,
en draai daarna de borghendel om het gereedschap
vast te zetten.
►
Fig.34:
1.
Borghendel
2.
Kantenfreesbit
5.
Houd de toevoerknop ingedrukt en duw de aan-
slagstang omlaag totdat deze de aanslagbout raakt.
►
Fig.35:
1.
Aanslagstang
2.
Aanslagbout
3.
Toevoerknop
6.
Schuif de diepteaanwijzer zodat de punt van de
aanwijzer “0” aanwijst op de schaalverdeling.
►
Fig.36:
1.
Diepteaanwijzer
7.
Stel de freesdiepte in door de toevoerknop inge-
drukt te houden terwijl u de aanslagstang omhoog trekt.
►
Fig.37:
1.
Aanslagstang
2.
Toevoerknop
8.
Om de freesdiepte nauwkeurig in te stellen, draait
u de fijnregelknop op de aanslagstang zodat deze op
“0” staat.
►
Fig.38:
1.
Fijnregelknop
9.
Draai de kop van de aanslagstang om de gewenste
diepte in te stellen. Voor een grotere diepte draait u de
kop linksom. Voor een minder grote diepte draait u de kop
rechtsom. (De diepte verandert met 1 mm per omwenteling.)
►
Fig.39:
1.
Kop van de aanslagstang
10.
Draai de borgmoer van de aanslagstang vast.
►
Fig.40:
1.
Borgmoer
11.
Zet de borghendel los.
►
Fig.41:
1.
Borghendel
Door het gereedschap omlaag te duwen tot de aan-
slagstang tegen de aanslagbout komt, bereikt u de
freesdiepte die u met de bovenstaande procedure hebt
ingesteld.
Het gereedschap gebruiken met de
kantenfreesvoet
Plaats de voet van het gereedschap op het werkstuk,
zonder dat het kantenfreesbit het werkstuk raakt.
Schakel het gereedschap in en wacht totdat het kan-
tenfreesbit op maximaal toerental draait. Beweeg het
gereedschap naar voren over het oppervlak van het
werkstuk. Houd de voet van het gereedschap vlak op
het werkstuk terwijl u het gereedschap beweegt.
Bij het frezen van de rand van het werkstuk, moet
het oppervlak van het werkstuk zich aan de linker-
kant van het kantenfreesbit bevinden, gezien in de
voortgangsrichting.
►
Fig.42
OPMERKING:
Voordat u in het daadwerkelijke werk
-
stuk freest, adviseren wij u eerst een proefsnede te
maken. De juiste voortgangssnelheid is afhankelijk
van de maat van het kantenfreesbit, het soort werk
-
stuk en de freesdiepte. Als u het gereedschap te
snel voorwaarts beweegt, kan de snede van slechte
kwaliteit zijn, of het kantenfreesbit of de motor wor
-
den beschadigd. Als u het gereedschap te langzaam
voorwaarts beweegt, kan het gefreesde oppervlak
verbranden en lelijk worden.
Als u de trimschoen, de langsgeleider of de trimgeleider
gebruikt, zorgt u ervoor dat u deze langs de rechterkant
houdt, gezien in de voortgangsrichting. Hierdoor blijft
deze gelijklopen met de zijkant van het werkstuk.
►
Fig.43:
1.
Kantenfreesbit
2.
Werkstuk
3.
Langsgeleider
KENNISGEVING:
Aangezien door buitensporig
frezen de motor overbelast kan worden of het
gereedschap moeilijk te besturen kan zijn, mag bij
het frezen van groeven de freesdiepte niet meer
dan 3 mm per werkgang bedragen.
Als u groeven
van meer dan 3 mm diep wilt frezen, voert u meer-
dere werkgangen uit met een steeds lager ingesteld
kantenfreesbit.
De langsgeleider gebruiken
1.
Breng de langsgeleider aan met behulp van de
bout en de vleugelmoer.
►
Fig.44:
1.
Bout
2.
Vleugelmoer
2.
Bevestig de langsgeleider aan de kantenfreesvoet
met behulp van de klemschroef.
►
Fig.45:
1.
Klemschroef
3.
Draai de vleugelmoer van de langsgeleider los en
stel de afstand in tussen het kantenfreesbit en de langs
-
geleider. Draai op de gewenste afstand de vleugelmoer
vast.
►
Fig.46:
1.
Vleugelmoer
4.
Beweeg het gereedschap met de langsgeleider
strak langs de zijkant van het werkstuk.
►
Fig.47
Als de afstand (A) tussen de zijkant van het werkstuk en
de freespositie te groot is voor de langsgeleider, of als
de zijkant van het werkstuk niet recht is, kan de langs
-
geleider niet worden gebruikt.
In dat geval klemt u een rechte lat op het werkstuk en
gebruikt u deze als een geleider om de kantenfreesvoet
langs te bewegen. Beweeg het gereedschap in de
richting van de pijl.
►
Fig.48
De langsgeleider gebruiken om
cirkels te frezen
Om cirkels te frezen, brengt u de langsgeleider aan
zoals aangegeven in de afbeelding. De minimale en
maximale straal van de te frezen cirkel (de afstand
tussen het midden van de cirkel en het midden van het
kantenfreesbit) zijn als volgt:
•
Minimaal: 70 mm
•
Maximaal: 221 mm
Summary of Contents for RT001G
Page 2: ...2 2 3 1 Fig 1 1 2 Fig 2 1 2 Fig 3 1 Fig 4 1 Fig 5 1 2 3 4 5 Fig 6 1 4 2 3 1 Fig 7 1 Fig 8 ...
Page 3: ...3 1 2 Fig 9 1 Fig 10 1 3 2 Fig 11 2 1 Fig 12 Fig 13 1 Fig 14 ...
Page 4: ...4 1 2 3 Fig 15 1 2 Fig 16 1 2 3 Fig 17 1 Fig 18 1 Fig 19 2 1 Fig 20 1 Fig 21 1 Fig 22 ...
Page 5: ...5 1 2 3 Fig 23 1 2 3 Fig 24 2 1 Fig 25 1 Fig 26 1 2 Fig 27 1 2 3 Fig 28 Fig 29 ...
Page 6: ...6 1 2 Fig 30 1 Fig 31 1 2 Fig 32 1 2 3 Fig 33 1 2 Fig 34 1 2 3 Fig 35 1 Fig 36 1 2 Fig 37 ...
Page 7: ...7 1 Fig 38 1 Fig 39 1 Fig 40 1 Fig 41 Fig 42 1 3 2 Fig 43 2 1 Fig 44 1 1 Fig 45 ...
Page 8: ...8 1 Fig 46 Fig 47 A Fig 48 1 Fig 49 1 Fig 50 2 1 Fig 51 1 2 Fig 52 Fig 53 ...
Page 9: ...9 1 2 3 4 5 6 Fig 54 Fig 55 1 Fig 56 1 2 Fig 57 1 2 3 Fig 58 1 Fig 59 1 2 Fig 60 Fig 61 ...
Page 10: ...10 1 2 Fig 62 1 2 Fig 63 1 2 Fig 64 1 2 3 4 Fig 65 1 Fig 66 Fig 67 1 2 Fig 68 ...
Page 11: ...11 Fig 69 Fig 70 A Fig 71 1 2 3 Fig 72 Fig 73 1 Fig 74 ...
Page 12: ...12 1 4 2 3 Fig 75 1 2 3 Fig 76 1 Fig 77 1 2 1 2 Fig 78 Fig 79 1 Fig 80 2 1 Fig 81 1 Fig 82 ...
Page 14: ...14 Fig 91 Fig 92 θ θ θ D L2 L1 A Fig 93 Fig 94 Fig 95 Fig 96 Fig 97 Fig 98 ...
Page 16: ...16 25 24 30 28 29 31 32 Fig 101 ...
Page 182: ...182 ...
Page 183: ...183 ...