53 NEDERLANDS
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap
is uitgeschakeld en de stekker ervan uit het stop-
contact is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap te controleren of af te stellen.
Asvergrendeling
Druk de asvergrendeling in om te voorkomen dat de
as meedraait wanneer u accessoires aanbrengt of
verwijdert.
►
Fig.1:
1.
Asvergrendeling
KENNISGEVING:
Bedien de asvergrendeling
nooit terwijl de as draait.
Het gereedschap kan
hierdoor worden beschadigd.
Werking van de schakelaar
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stek-
ker in het stopcontact steekt, of de schuifscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en terugkeert
naar de uit-stand, wanneer op de achterkant van
de schuifschakelaar wordt gedrukt.
LET OP:
De schakelaar kan worden ver-
grendeld in de aan-stand ten behoeve van het
gebruikersgemak bij langdurig gebruik. Wees
extra voorzichtig wanneer u de schakelaar in de
aan-stand vergrendelt en houd het gereedschap
altijd stevig vast.
Om het gereedschap in te schakelen, schuift u de
schuifschakelaar naar de stand “I” (aan) door tegen
de achterkant van de schuifschakelaar te duwen.
Om het gereedschap continu te laten werken, drukt u
op de voorkant van de schuifschakelaar om deze te
vergrendelen.
Om het gereedschap te stoppen, drukt u op de achter-
kant van de schuifschakelaar en schuift u die naar de
stand “O” (uit).
►
Fig.2:
1.
Schuifschakelaar
Toerentalregelaar
Het toerental van het gereedschap kan worden veran-
derd door de toerentalregelaar te draaien. De onder-
staande tabel toont het cijfer op de toerentalregelaar en
het bijbehorende toerental.
►
Fig.3:
1.
Toerentalregelaar
Cijfer
Toerental
1
4.000 min
-1
2
5.000 min
-1
3
6.000 min
-1
4
7.000 min
-1
5
9.000 min
-1
KENNISGEVING:
Als het gereedschap gedu-
rende een lange tijd ononderbroken op een laag
toerental wordt gebruikt, zal de motor overbelast
raken, waardoor een storing zal optreden.
KENNISGEVING:
Wanneer de toerentalregelaar
wordt veranderd van stand “5” naar stand “1”,
draait u de regelaar linksom. Draai de regelaar
niet met kracht rechtsom.
Indicatielampje
►
Fig.4:
1.
Snelheidsregelaar (indicatielampje)
De snelheidsregelaar werkt als het indicatielampje.
Het indicatielampje brandt groen wanneer de stekker
van het gereedschap in het stopcontact zit.
Als het indicatielampje niet brandt, kan het netsnoer of
de regelaar stuk zijn.
Als het indicatielampje brandt, maar het gereedschap
niet start ondanks dat het gereedschap ingeschakeld is,
kunnen de koolborstels versleten zijn, of kan de rege
-
laar, de motor of de aan-uitschakelaar kapot zijn.
Beveiliging tegen onbedoeld
inschakelen
Het gereedschap kan niet worden ingeschakeld, terwijl
de schakelaar in de aan-stand is vergrendeld en het
apparaat van stroom wordt voorzien.
Op dat moment knippert het indicatielampje rood en
geeft aan dat de beveiligingsfunctie tegen onbedoeld
herstarten in werking is getreden.
Om de beveiliging tegen onbedoeld inschakelen te
deactiveren, zet u de aan/uit-schakelaar terug in de
uit-stand.
OPMERKING:
Wanneer de beveiliging tegen onbe
-
doeld inschakelen in werking is, wacht u minstens
één seconde voordat u het gereedschap weer
inschakelt.
Elektronische functie
Een gereedschap met elektronische aansturing is
dankzij de volgende eigenschappen gemakkelijk te
bedienen.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap overbelast raakt en de
stroomsterkte een bepaalde waarde overschrijdt,
stopt het gereedschap automatisch om de motor te
beveiligen.
Constant-toerentalregeling
Elektronische toerentalregeling voor het aanhouden
van een constant toerental. Maakt een onberispelijke
afwerking mogelijk omdat het toerental zelfs onder
belasting constant blijft.
Zachte-startfunctie
Maakt een zachte start mogelijk door onderdrukking
van de startschok.
Summary of Contents for PC5010C
Page 2: ...1 Fig 1 1 Fig 2 1 Fig 3 1 Fig 4 1 2 Fig 5 1 2 Fig 6 1 2 3 4 Fig 7 2 ...
Page 3: ...1 Fig 8 2 1 3 4 5 6 Fig 9 Fig 10 1 2 4 3 Fig 11 Fig 12 1 Fig 13 3 ...
Page 4: ...Fig 14 Fig 15 Fig 16 1 2 3 Fig 17 1 2 3 4 Fig 18 1 2 Fig 19 1 2 4 3 Fig 20 1 2 Fig 21 4 ...
Page 5: ...1 2 4 3 Fig 22 1 Fig 23 1 2 Fig 24 Fig 25 1 2 3 4 Fig 26 1 2 3 Fig 27 Fig 28 1 Fig 29 5 ...
Page 7: ...2 5 2 2 11 12 4 3 5 6 7 8 9 10 1 13 3 14 5 3 Fig 38 7 ...
Page 111: ...111 ...