73
5.
Kruis met uw hand nooit de beoogde zaaglijn,
hetzij vóór dan wel achter het zaagblad.
Het
‘kruislings’ vasthouden van het werkstuk, waarbij het
werkstuk aan de rechterkant van het zaagblad wordt
vastgehouden met de linkerhand, of vice versa, is
bijzonder gevaarlijk.
000030
6.
Reik niet achter de geleider met een van uw
handen dichter dan 100 mm bij een van de
kanten van het zaagblad, om houtsnippers te
verwijderen of om welke andere reden dan ook,
terwijl het zaagblad draait.
U realiseert zich
mogelijk niet hoe dicht uw hand bij het draaiende
zaagblad is en u kunt ernstig letsel oplopen.
7.
Inspecteer uw werkstuk voordat u begint te
zagen. Als het werkstuk gebogen of verdraaid is,
klemt u het vast met de buitenkant van het
gebogen oppervlak tegen de geleider. Verzeker u
er altijd van dat er geen opening is tussen het
werkstuk, de geleider en de tafel langs de
zaaglijn.
Gebogen of verdraaide werkstukken
kunnen zich draaien of verschuiven, en kunnen het
draaiende zaagblad doen verlopen tijdens het
zagen. Er mogen geen spijkers of vreemde
voorwerpen in het werkstuk zitten.
8.
Gebruik de zaag niet totdat de tafel vrij is van alle
gereedschappen, houtsnippers, enz., behalve
het werkstuk.
Kleine stukjes afval, losse stukjes
hout of andere voorwerpen die in aanraking komen
met het draaiende zaagblad, kunnen met hoge
snelheid worden weggeworpen.
9.
Zaag slechts één werkstuk tegelijkertijd.
Meerdere, opgestapelde werkstukken kunnen niet
goed worden vastgeklemd of vastgehouden, en
kunnen het zaagblad doen vastlopen of tijdens het
zagen verschuiven.
10. Verzeker u er vóór gebruik van dat de
verstekzaag is bevestigd of geplaatst op een
stevig werkoppervlak.
Een horizontaal en stevig
werkoppervlak verkleint de kans dat de verstekzaag
instabiel wordt.
11. Plan uw werkzaamheden. Elke keer wanneer u
de instelling voor de schuine hoek of
verstekhoek, verzekert u zich ervan dat de
verstelbare geleider correct is afgesteld om het
werkstuk te steunen en tevens het zaagblad of
beschermingssysteem niet raakt tijdens gebruik.
Zonder het gereedschap in te schakelen en zonder
een werkstuk op de tafel, beweegt u het zaagblad
langs een volledige, gesimuleerde zaagsnede om er
zeker van te zijn dat het zaagblad niets raakt en er
geen gevaar is dat in de geleider wordt gezaagd.
12. Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals
tafelverlengingen, zaagbokken, enz. voor een
werkstuk dat breder of langer is dan het
bovenoppervlak van de tafel.
Werkstukken die
breder of langer zijn dan de verstekzaagtafel, kunnen
kantelen als ze niet goed worden ondersteunt. Als het
afgezaagde deel of het werkstuk kantelt, kan het de
onderste beschermkap optillen of worden
weggeworpen door het draaiende zaagblad.
13. Gebruik niet een andere persoon als vervanging
van een tafelverlenging of als extra
ondersteuning.
Een instabiele ondersteuning van
het werkstuk kan ertoe leiden dat het zaagblad
vastloopt of het werkstuk verschuift tijdens het
zagen, waardoor u en de helper in het draaiende
zaagblad worden getrokken.
14. Het afgezaagde deel van het werkstuk mag op
geen enkele wijze tegen het draaiende zaagblad
bekneld raken of gedrukt worden.
Indien
opgesloten, d.w.z. bij gebruik van lengteaanslagen,
kan het afgezaagde deel tegen het zaagblad
bekneld raken en met kracht weggeworpen worden.
15. Gebruik altijd een klem of een
bevestigingsmethode die bedoeld is om ronde
werkstukken, zoals een staaf of buis, te
ondersteunen.
Staven neigen te verrollen tijdens
het zagen, waardoor het zaagblad zich ‘vastbijt’ en
het werkstuk met uw hand in het zaagblad wordt
getrokken.
16. Laat het zaagblad de volle snelheid bereiken
voordat deze het werkstuk raakt.
Dit verkleint de
kans dat het werkstuk wordt weggeworpen.
17. Als het werkstuk of zaagblad vastloopt, schakelt
u de verstekzaag uit. Wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en
trek de stekker uit het stopcontact en/of
verwijder de accu. Verwijder daarna het
vastgelopen materiaal.
Als u blijft zagen met een
vastgelopen zaagblad, kunt u de controle over de
verstekzaag verliezen of deze beschadigen.
18. Nadat u de zaagsnede hebt voltooid, laat u de
schakelaar los, blijft u de zaagkop omlaag
gedrukt houden en wacht u tot het zaagblad
stilstaat voordat u het afgezaagde deel
verwijdert.
Het is gevaarlijk om met uw hand in de
buurt van het nalopende zaagblad te reiken.
19. Houd het handvat stevig vast bij het maken van
een onvolledige zaagsnede en bij het loslaten
van de schakelaar voordat de zaagkop helemaal
omlaag is geduwd.
Door het remeffect van het
zaagblad kan ertoe leiden dat de zaagkop plotseling
omlaag getrokken wordt, waardoor een kans op
letsel ontstaat.
20. Gebruik uitsluitend een zaagblad met een
diameter zoals aangegeven op het gereedschap
of vermeld in de gebruiksaanwijzing.
Het gebruik
van een zaagblad met een verkeerde afmeting, kan
een goede bescherming of werking van het
zaagblad verhinderen, wat kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
21. Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd
met een toerental dat gelijk is aan of hoger is
dan het toerental dat is aangegeven op het
gereedschap.
22. Gebruik de zaag niet voor het zagen van iets
anders dan hout, aluminium of soortgelijke
materialen.
Summary of Contents for LS0714
Page 142: ...142 ...
Page 143: ...143 ...