37
Plaats de zijhandgreep zodanig over de kop van het
gereedschap dat de uitsteeksels van de zijhandgreep in
de groeven van het gereedschap passen. Draai daarna
de zijhandgreep vast door deze in de gewenste stand
rechtsom te draaien. De zijhandgreep kan 360° rond het
gereedschap gedraaid worden en in iedere gewenste
stand worden vastgezet.
Boorvet
Voordat u de boor aanbrengt, smeert u een beetje
boorvet (ong. 0,5 tot 1 gram) op de kop van de
boorschacht.
Met een ingevette boorkop zal het gereedschap beter
werken en langer meegaan.
Aanbrengen en verwijderen van de boor
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens
de boor te plaatsen.
(Fig. 13)
Steek de boor in het gereedschap. Draai de boor en duw
deze naar binnen tot zij vergrendelt.
(Fig. 14)
Controleer na het aanbrengen altijd of de boor stevig in
het gereedschap is bevestigd door te proberen deze eruit
te trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u de boorkopmof
helemaal omlaag en vervolgens de boor eruit.
(Fig. 15)
Boorhoek (bij beitelen, bikken of slopen)
De boor kan onder de gewenste hoek worden vastgezet.
Om de boorhoek te veranderen, draait u de
werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
O
. Draai
de boor naar de gewenste hoek.
(Fig. 16)
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
g
.
(Fig. 17)
Controleer daarna of de boor stevig op zijn plaats vastzit
door deze iets te verdraaien.
Diepteaanslag
De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte.
(Fig. 18)
Houd de vergrendelknop op de basis van de
zijhandgreep ingedrukt in de richting van de pijl
aangegeven in de afbeelding, en steek tegelijkertijd de
diepteaanslag in het zeskantgat in de zijhandgreep.
(Fig. 19)
De diepteaanslag moet zodanig in het zeskantgat
worden ingestoken dat de getande zijde van de
diepteaanslag wijst naar de getande zijde van de
zeskantgatmarkering op de zijhandgreep, zoals
aangegeven in de afbeelding.
(Fig. 20)
Stel de diepteaanslag af op de gewenste diepte door
deze heen en weer te bewegen terwijl u de
vergrendelknop ingedrukt houdt. Nadat de diepteaanslag
is afgesteld, laat u de vergrendelknop los om de
diepteaanslag te vergrendelen.
(Fig. 21)
OPMERKING:
• Als de diepteaanslag in het zeskantgat wordt
ingestoken terwijl de getande zijde van de
diepteaanslag niet wijst naar de getande zijde van de
zeskantgatmarkering op de zijhandgreep, zoals
aangegeven in afbeelding, kan de diepteaanslag niet
worden vergrendeld.
Stofvanger (optioneel accessoire) (Fig. 22)
Gebruik de stofvanger om te voorkomen dat stof op het
gereedschap en op uzelf terechtkomt wanneer u boven
uw hoofd boort. Bevestig de stofvanger op de boor zoals
aangegeven in de afbeelding. De diameter van de boren
waaraan de stofvanger kan worden bevestigd is als
volgt.
006406
Er is ook een ander type stofvanger (optioneel
accessoire) verkrijgbaar dat helpt voorkomen dat stof op
het gereedschap en op uzelf terechtkomt wanneer u
boven uw hoofd boort.
De stofvanger aanbrengen en verwijderen
(optioneel accessoire)
Alvorens de stofvanger aan te brengen, verwijdert u de
boor zo nodig uit het gereedschap. Breng de stofvanger
(optioneel accessoire) zodanig op het gereedschap aan
dat het symbool op de stofvanger is uitgelijnd met de
groeven op het gereedschap.
(Fig. 23)
Om de stofvanger te verwijderen, houdt u de boorkopmof
getrokken in de richting aangegeven in de afbeelding en
trekt u tegelijkertijd de boor uit het gereedschap.
(Fig. 24)
Pak vervolgens het voetstuk van de stofvanger vast en
trek het van het gereedschap af.
(Fig. 25)
OPMERKING:
• Bij het aanbrengen of verwijderen van de stofvanger
kan de dop losraken. Als dat gebeurt, gaat u als volgt
te werk. Verwijder de balg van het voetstuk en pas de
dop vanaf de zijkant zoals in de afbeelding getoond
met de platte kant omhoog er op, zodat de groef in de
dop past in de binnenrand van het voetstuk. Plaats ten
slotte de balg terug op het voetstuk.
(Fig. 26, 27 en 28)
OPMERKING:
• Als u een stofzuiger aansluit op uw boorhamer, kunt u
nog schoner werken. De dop moet uit de stofvanger
worden verwijderd voordat u de stofzuiger aansluit.
(Fig. 29)
BEDIENING
LET OP:
• Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en
houd het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan
zowel de zijhandgreep als de hoofdhandgreep.
Gebruik als boorhamer (Fig. 30)
LET OP:
• Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het
boorgat verstopt raakt met schilfertjes of
metaaldeeltjes, of de boorhamer de bewapening in het
beton raakt, wordt een enorme en plotselinge kracht
uitgeoefend op het gereedschap/de boor. Gebruik altijd
de zijhandgreep (hulphandgreep) en houd het
gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan zowel de
zijhandgreep als de hoofdhandgreep. Als u dit niet
doet, kunt u de controle over het gereedschap
verliezen en mogelijk ernstig letsel veroorzaken.
Boordiameter
Stofvanger 5
6 mm – 14,5 mm
Stofvanger 9
12 mm – 16 mm