Voedingsspanning
Voor inbedrijfname moet worden gecontroleerd of de netspanning en –frequentie overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje. Een spanningsafwijking van +6 %/ -10 % is toegestaan. De boor wordt
standaard geleverd met een geïntegreerde PRCD-veiligheidschakelaar die kan worden aangesloten op
een veiligheidswandcontactdoos. Controleer telkens voordat u de boor gaat gebruiken, of de PRCD–
veiligheidschakelaar naar behoren functioneert (zie aparte handleiding).
Let op! PRCD–veiligheidschakelaar niet gebruiken om de boor aan en uit te zetten!
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren met voldoende diameter (minimaal 2,5 mm2). Door een te kleine
doorsnede kan buitensporig rendementsverlies en oververhitting van de motor en het netsnoer
optreden.
Veiligheidsvoorschriften
Lees deze voorschriften door voordat u de boor gaat gebruiken en volg ze op.
EXTRA VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DE BOOR
1. Tijdens handmatige toepassing dient u altijd gebruik te maken van de bijgeleverde extra greep en
de boor altijd met beide handen vast te houden.
2. Houd de boor alleen vast aan de geïsoleerde handgrepen als u bezig bent met boren waarbij de
kans bestaat dat u verborgen leidingen of uw eigen snoer raakt. Bij contact met een
stroomgeleidende kabel worden de vrije metalen gedeeltes van de boor ook geleidend, waardoor
de gebruiker een elektrische schok kan oplopen.
3. Laat de kernboor alleen draaien onder toezicht. Haal de steker uit de wandcontactdoos en
controleer of de schakelaar uit is als u de kernboor zonder toezicht achterlaat; bij montage- en
demontagewerkzaamheden, bij spanningsverlies (lager dan 200V), bij het instellen of bij de
montage van accessoires, onderhoudswerkzaamheden, enz.
4. Gebruik de boor niet als een deel van de behuizing defect is of als de schakelaar, voedingsdraad of
steker beschadigd is (Controleer dit dagelijks!). Laat beschadigingen direct herstellen door een
vakman.
5. De boor mag niet vochtig zijn.
6. Draag bij langer gebruik van de boor gehoorbeschermers. Langdurige geluidsbelasting kan leiden
tot gehoorbeschadiging.
7. Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en/of gezichtsbescherming. Verder verdient het
aanbeveling een stofmasker en dik gepolsterde handschoenen te dragen.
8. Overtuigt u zich er voor gebruik van dat het inzetstuk goed is gemonteerd.
9. Controleer voordat u met uw werkzaamheden begint of alle schroeven goed vastzitten. Door de
trillingen die tijdens het boren optreden, kunnen schroeven lostrillen en daardoor leiden tot schade
of letsel.
10. Wanneer u de boor gebruikt op hoog gelegen werkplekken, let er dan op dat onder u geen mensen
staan.
11. Blijf met uw handen uit de buurt van draaiende onderdelen.
12. Bij gebruik van de kernboor mag in geen enkele gebruikssituatie koelwater doordringen in de motor
of de elektrische onderdelen.
13. Als er water naar buiten komt tussen de kunststofring en de aandrijving, stop dan met uw
werkzaamheden en laat de kernboor repareren in een erkende werkplaats.
14. Bovenhandse boorwerkzaamheden alleen uitvoeren met gebruik van de hiervoor bestemde
veiligheidsvoorzieningen (wateropvang).
15. Schakel de boor na een storing pas weer in als de boorkop vrij kan worden gedraaid.
16. Raak direct na het droogboren het inzetstuk niet aan. Dit kan erg heet zijn geworden, wat kann
leiden tot brandwonden.
17. Voorkom dat de boor per ongeluk kan gaan draaien: ontgrendel altijd de schakelaar als u de steker
uit de wandcontactdoos trekt, of als er een stroomstoring is opgetreden.
18. Zorg ervoor dat u stevig staat en wees bedacht op het reactiemoment van de boor.