40 NEDERLANDS
De trekkerschakelaar gebruiken
LET OP:
Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand “OFF”.
►
Fig.4:
1.
Trekkerschakelaar
Om het gereedschap te starten, knijpt u de trekkerscha
-
kelaar in terwijl de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Hoe harder u de trekkerschakelaar inknijpt, hoe sneller
het gereedschap draait. Laat de trekkerschakelaar los
om het gereedschap te stoppen.
OPMERKING:
Het gereedschap stopt automatisch
wanneer u de trekkerschakelaar gedurende ongeveer
6 minuten ingeknepen houdt.
De lamp op de voorkant gebruiken
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
►
Fig.5:
1.
Lamp
Knijp de trekkerschakelaar in om de lamp in te schake
-
len. De lamp blijft branden zo lang de trekkerschakelaar
wordt ingeknepen. Ongeveer 10 seconden nadat u de
trekkerschakelaar hebt losgelaten, gaat de lamp uit.
OPMERKING:
Wanneer het gereedschap oververhit
is, stopt het gereedschap automatisch en begint de
lamp te knipperen. Laat in dat geval de trekkerscha-
kelaar los. De lamp gaat na 5 minuut uit.
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
De omkeerschakelaar bedienen
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen.
Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
LET OP:
Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de schakelhendel niet worden ingeknepen.
►
Fig.6:
1.
Omkeerschakelaar
Automatische toerentalwisselfunctie
Dit gereedschap heeft een “hoog-toerentalfunctie” en
een “hoog-koppelfunctie”.
Het gereedschap verandert automatisch de bedienings-
functie aan de hand van de werkbelasting. Als de werkbe-
lasting laag is, draait het gereedschap in de “functie voor
hoge snelheid” om sneller te kunnen werken. Als de werk-
belasting hoog is, draait het gereedschap in de “functie
voor hoog koppel” om krachtiger te kunnen werken.
►
Fig.7:
1.
Functie-indicator
De functie-indicator brandt groen wanneer het gereed-
schap in de “hoog-koppelfunctie” draait.
Als het gereedschap onder buitensporige belasting
draait, knippert de functie-indicator groen. De functie-in-
dicator stopt met knipperen en gaat branden of gaat uit
wanneer u de belasting op het gereedschap verlaagt.
Status van functie-indicator
Bedienings-
functie
Brandt
Uit
Knippert
Hoog-
toerentalfunctie
Hoog-
koppelfunctie
Waarschuwing
wegens
overbelasting
Snelheidskeuze
KENNISGEVING:
Gebruik de snelheidskeu-
zeknop alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen.
Als de snelheid van het
gereedschap wordt veranderd voordat het gereed-
schap tot stilstand is gekomen, kan het gereedschap
worden beschadigd.
KENNISGEVING:
Zet de snelheidskeuzeknop
altijd voorzichtig in de juiste stand.
Als u het
gereedschap gebruikt met de snelheidskeuzeknop
halverwege tussen de standen 1 en 2, kan het
gereedschap beschadigd worden.
De twee snelheidsbereiken kunnen vooraf worden
geselecteerd met behulp van de snelheidskeuzeknop.
Om de snelheid te veranderen, drukt u de vergrendel-
knop in en draait u de snelheidskeuzeknop zodanig dat
de pijlpunt is uitgelijnd met stand 1 voor lage snelheid of
met stand 2 voor hoge snelheid.
►
Fig.8:
1.
Vergrendelknop
2.
Pijlpunt
3.
Snelheidskeuzeknop
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer een
bepaald koppelniveau is bereikt in de instelling voor
lage snelheid (stand 1). De motor wordt losgekoppeld
van de uitgaande as. Zodra dit gebeurt, stopt het
gereedschapsbit met draaien.
Om het gereedschap weer te starten, tilt u het gereed-
schapsbit uit het werkstuk en knijpt u de trekkerschake
-
laar opnieuw in.