40 NEDERLANDS
De lamp op de voorkant gebruiken
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
►
Fig.5:
1.
Lamp
Om de lamp in te schakelen, knijpt u de trekkerschake
-
laar in en laat u deze vervolgens weer los. De lamp gaat
ongeveer 10 seconden nadat de trekkerschakelaar is
losgelaten uit.
KENNISGEVING:
Wanneer het gereedschap
oververhit is, knippert de lamp. Laat het gereed-
schap afkoelen voordat u het weer gebruikt.
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
Waarschuwingslampje
overbelasting
►
Fig.6:
1.
Waarschuwingslampje
Het waarschuwingslampje knippert wanneer het
gereedschap zwaar belast wordt. Wanneer de belasting
toeneemt en het gereedschap overbelast raakt, stopt
het gereedschap automatisch en blijft het waarschu
-
wingslampje branden. In dat geval laat u de trekker
-
schakelaar los, heft u de oorzaak van de overbelasting
op, en start u het gereedschap weer.
OPMERKING:
Wanneer het waarschuwingslampje
knippert, controleert u de volgende punten:
•
Het kitmateriaal zit verstopt.
•
De snelheidsregelaar staat op hoge snelheid.
•
De doorsnede van de open punt van het mond-
stuk van de patroon of de folieverpakking is te
klein.
Antidruppelfunctie
Nadat de trekker is losgelaten, blijft de motor een korte
tijd nadraaien. Deze functie heft de druk op het kitmate
-
riaal op en voorkomt nadruppelen.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
LET OP:
Leg het gereedschap altijd op de
grond of op een werkbank wanneer u montage-
werkzaamheden gaat uitvoeren.
Als het gereed-
schap niet stevig wordt vastgehouden, kan het uit
balans raken en letsel veroorzaken.
De onderdelen voorbereidingen
Optioneel accessoire
Het gereedschap bestaat uit de volgende montageon
-
derdelen, zoals getoond in de onderstaande afbeelding.
►
Fig.7:
1.
Houdervoet
2.
Plaat
3.
Zuiger
4.
Houder
5.
Rubber ring
6.
Mondstuk
7.
Houdervoet
(als een dop)
8.
Duwstang
OPMERKING:
Sommige montageonderdelen of opti-
onele accessoires zijn niet leverbaar in uw land.
Bereid de juiste typen montageonderdelen voor aan
de hand van de kitmateriaalverpakking door de onder-
staande tabel te raadplegen.
Patroon
-
300 ml
400 ml
600 ml
800 ml
Houder-
voet
Houder-
voet A
Houdervoet B
Houdervoet
C, compleet
(Houder-
voet C +
plaat)
Plaat
Plaat
Duwstang
Korte duwstang
Lange
duwstang
Zwarte
duwstang
Zuiger
Zuiger A
Zuiger D
Houder
Houder A
Houder D
Houder B
Houder C
Rubber
ring
Niet vereist
Mondstuk
Niet vereist
(gebruik het mondstuk dat is bevestigd aan de
patroon)
Hou-
dervoet
(als een
dop)
Niet vereist
Houdervoet B
Houder-
voet C