22
13. Houd toezicht op kleine kinderen om te voorko-
men dat ze met de acculader spelen.
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
GEBRUIK VAN DE ACCULADER EN DE ACCU
1.
Laad de accu niet op als de temperatuur LAGER
is dan 10°C of HOGER dan 40°C.
2.
Gebruik voor het laden nooit een step-up trans-
formator, een dynamo of een gelijkstroombron.
3.
Zorg dat de ventilatiegaten van de acculader niet
afgesloten worden of verstopt raken.
4.
Bedek altijd de polen van de accu met het kunst-
stof kapje wanneer u de accu niet gebruikt.
5.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de aansluitklemmen nooit aan met
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet op een plaats waar ook
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan leiden tot een grote
stroomafgifte, oververhitting, brandwonden of
zelfs tot defecten.
6.
Bewaar de acculader en de accu niet in plaatsen
waar de temperatuur tot 50°C of hoger kan op
lopen.
7.
Werp zwaar beschadigde of volledig uitgeputte
accu’s niet in het vuur, omdat een gevaarlijke
explosie er het gevolg van kan zijn.
8.
Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en het niet aan schokken of stoten blootstelt.
9.
Laad de accu niet op in een kist, een container
e.d. Om de accu op te laden, dient u dit in een
goed geventileerde ruimte te plaatsen.
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR DE MACHINE
1.
Denk eraan dat dit gereedschap altijd gebruiks-
klaar is, omdat het niet op een stopkontakt hoeft
te worden aangesloten.
2.
Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de
voeten hebt. Controleer of er zich niemand bene-
den bevindt wanneer u het gereedschap op een
hoge plaats gaat gebruiken.
3.
Houd het gereedschap stevig vast.
4.
Houd uw handen uit de buurt van roterende
onderdelen.
5.
Wanneer u boort in muren, vloeren of andere
plaatsen waar er kans is dat u op elektrische
kabels stoot die onder spanning staan, GEEN
VAN DE METALEN ONDERDELEN VAN HET
GEREEEDSCHAP AANRAKEN! Houd het
gereedschap uitsluitend bij de geïsoleerde hand-
grepen vast, om een elektrische schok te voor-
komen wanneer u per ongeluk op een onder
spanning staande kabel boort.
6.
Laat het gereedschap niet achter terwijl het nog
in bedrijf is. Bedien het gereedschap alleen wan-
neer u het met de handen vasthoudt.
7.
Raak de boor of het werkstuk niet aan onmiddel-
lijk na gebruik; deze kunnen erg heet zijn en
brandwonden veroorzaken.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Plaatsen en verwijderen van accu (Fig. 1)
• Schakel de machine altijd uit voordat een accu
geplaatst of verwijdert wordt.
• Om de accu te verwijderen, neemt u het uit het gereed-
schap terwijl u de knoppen aan beide zijden van de
accu indrukt.
• Om de accu te installeren, past u de rug op de accu in
de groef in de behuizing van het gereedschap, en dan
schuift u de accu naar binnen. Schuif de accu zo ver
mogelijk erin, totdat het met een klikgeluid vergrendelt.
Indien u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en uzelf of anderen verwonden.
• Als de accu moeilijk in de houder komt, probeer het
dan niet met geweld in te duwen. Indien de accu er niet
gemakkelijk ingaat, dan houdt u het verkeerd om.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 2)
LET OP:
Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet u
altijd controleren of de trekschakelaar juist werkt en bij
het loslaten naar de “OFF” positie terugkeert.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u gewoon de
trekschakelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar wordt
ingedrukt, hoe sneller het gereedschap draait. Om het
gereedschap uit te schakelen, de trekschakelaar losla-
ten.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 3)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
schap te gebruiken.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de boor
nog draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer het gereedschap niet wordt gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschake-
laar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, of vanaf
zijde B voor linkse draairichting. Wanneer deze schake-
laar in de neutrale stand staat, kan de trekschakelaar niet
worden ingedrukt.
Veranderen van het toerental (Fig. 4)
Om het toerental te veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit en dan schuift u de toerentalschakelaar
naar de “
II
” zijde voor hoog toerental, of naar de “
I
” zijde
voor laag toerental. Zorg ervoor dat de toerentalschake-
laar in de juiste stand staat alvorens met het werk te
beginnen. Gebruik het toerental dat geschikt is voor uw
werk.
LET OP:
• Schuif de toerentalschakelaar altijd volledig naar de
juiste positie. Als u het gereedschap gebruikt met de
toerentalschakelaar halverwege tussen de “
I
” en “
II
”
posities, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Verschuif de toerentalschakelaar niet terwijl het
gereedschap draait. Hierdoor kan het gereedschap
beschadigd raken.