79 NEDERLANDS
Houd het gereedschap stevig vast. Het gereedschap
is voorzien van zowel een voorhandgreep als een ach
-
terhandgreep. Gebruik beide om het gereedschap zo
goed mogelijk vast te houden. Als u de zaag met beide
handen vasthoudt, kan het cirkelzaagblad nooit in uw
handen zagen. Plaats eerst de zool op het werkstuk dat
u wilt zagen, zonder dat het cirkelzaagblad het werkstuk
raakt. Schakel vervolgens het gereedschap in en wacht
totdat het cirkelzaagblad op maximaal toerental draait.
Duw het gereedschap nu gewoon naar voren over het
oppervlak van het werkstuk, houd het daarbij vlak, en
duw gelijkmatig totdat het zagen klaar is.
Zorg voor een schone zaagsnede door een rechte
zaaglijn en een constante voortgaande snelheid. Als
de zaagsnede niet verloopt volgens de voorgenomen
zaaglijn, mag u niet proberen het gereedschap iets te
draaien of te dwingen terug te keren naar de zaaglijn.
Als u dit doet, kan het cirkelzaagblad vastlopen en een
gevaarlijke terugslag optreden met mogelijk ernstig
persoonlijk letsel tot gevolg. Laat de schakelaar los,
wacht tot het cirkelzaagblad tot stilstand is gekomen
en trek vervolgens het gereedschap terug. Lijn het
gereedschap uit met een nieuwe zaaglijn en begin weer
te zagen. Probeer te vermijden dat door de positie van
het gereedschap de gebruiker wordt blootgesteld aan
zaagsel en spaanders die door de zaag worden uitge
-
worpen. Gebruik oogbescherming om verwonding te
voorkomen.
Breedtegeleider (liniaal)
LET OP:
Verzeker u ervan dat de breedtegelei-
der vóór gebruik stevig is aangebracht in de juiste
positie.
Een verkeerde bevestiging kan gevaarlijke
terugslag veroorzaken.
►
Fig.30:
1.
Breedtegeleider (liniaal)
2.
Klembout
Met de handige breedtegeleider kunt u extra nauwkeu-
rig recht zagen. Schuif gewoon de breedtegeleider strak
tegen de zijkant van het werkstuk en zet deze op zijn
plaats vast met behulp van de schroef op de voorkant
van de zool van het gereedschap. Op deze manier is
het tevens mogelijk een zaagbeweging te herhalen met
identieke breedte.
Geleiderail
Optioneel accessoire
Plaats het gereedschap op de achterkant van de gelei-
derail. Draai aan de twee stelschroeven op de gereed-
schapzool het gereedschap soepel zonder gerammel
kan glijden. Houd zowel de voorhandgreep als de ach
-
terhandgreep van het gereedschap stevig vast. Schakel
het gereedschap in en zaag de splinterbescherming in
één keer over de volle lengte af. De rand van de splin-
terbescherming komt nu overeen met de zaagrand.
►
Fig.31:
1.
Stelschroeven
Bij het zagen van een schuine zaagsnede met de gelei
-
derail, moet u de schuifhendel gebruiken om te voorko-
men dat het gereedschap omvalt.
Beweeg de schuifhendel op de gereedschapzool in de
richting van de pijl zodat hij in de ondersnijdingsgroef in
de geleiderail valt.
►
Fig.32:
1.
Schuifhendel
Een touw (tuiriem) bevestigen
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor wer
-
ken op hoogte
Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle
instructies.
Het niet volgen van de waarschuwingen en
instructies kan leiden tot ernstig letsel.
1.
Houd het gereedschap altijd vastgebonden
tijdens het werken ‘op hoogte’. De maximale
lengte van het touw is 2 m.
De maximaal toegestane valhoogte van het
touw (tuiriem) mag niet meer zijn dan 2 meter.
2.
Gebruik uitsluitend met een touw dat geschikt
is voor dit gereedschap en een draagvermo-
gen heeft van minstens 7,0 kg (15,4 lbs).
3.
Veranker het touw van het gereedschap niet
aan iets op uw lichaam of aan een verplaats-
baar voorwerp. Veranker het touw van het
gereedschap aan een stevige constructie die
de krachten van een vallend gereedschap kan
opvangen.
4.
Verzeker u er vóór gebruik van dat het touw
goed is vastgemaakt aan beide uiteinden.
5.
Inspecteer het gereedschap en touw vóór elk
gebruik op beschadigingen en correcte wer-
king (inclusief het materiaal en de stiksels).
Gebruik het niet wanneer het beschadigd is of
niet correct werkt.
6.
Wikkel touwen niet rondom scherpe of ruwe
randen en laat ze er niet mee in aanraking
komen.
7.
Bevestig het andere uiteinde van het touw bui-
ten het werkgebied zodat een vallend gereed-
schap stevig bevestigd blijft.
8.
Bevestig het touw zodanig dat het gereed-
schap tijdens het vallen zich verwijderd van de
gebruiker.
Een gereedschappen dat valt zal aan
het touw slingeren, waardoor letsel kan worden
veroorzaakt of u uw evenwicht kunt verliezen.
9.
Gebruik niet nabij bewegende onderdelen of
draaiende machines.
Als u zich hier niet aan
houdt, kan dat leiden tot beknellingsgevaar of
verstrikkingsgevaar.
10.
Draag het gereedschap niet aan de bevesti-
gingsvoorziening of het touw.
11.
Verplaats het gereedschap uitsluitend tussen
uw handen terwijl u een goed evenwicht hebt.
12.
Bevestig een touw niet aan het gereedschap
op een manier waardoor beschermkappen,
schakelaars of uit-vergrendelingen niet correct
kunnen werken.
13.
Voorkom dat u verstrikt raakt in het touw.
14.
Houd het touw uit de buurt van het snij- of
zaaggebied van het gereedschap.
15.
Gebruik multiactie-karabijnhaken en kara-
bijnhaken met schroefsluiting. Gebruik geen
enkelvoudige karabijnhaken met veersluiting.
16.
In het geval een gereedschap valt, moet het
worden gelabeld en buiten bedrijf gesteld,
en moet het worden geïnspecteerd door de
Makita-fabriek of een Makita-servicecentrum.
►
Fig.33:
1.
Gat voor touw (tuiriem)
Summary of Contents for 0088381720038
Page 2: ...Fig 1 Fig 2 Fig 3 Fig 4 Fig 5 Fig 6 2 ...
Page 3: ...2 3 1 1 Fig 7 1 2 Fig 8 2 1 Fig 9 1 Fig 10 1 Fig 11 1 Fig 12 1 0 45 0 48 Fig 13 3 ...
Page 4: ...1 2 Fig 14 1 Fig 15 Fig 16 1 2 Fig 17 1 2 Fig 18 1 Fig 19 2 1 4 3 Fig 20 4 ...
Page 6: ...1 1 2 2 3 4 5 6 3 Fig 28 Fig 29 1 2 Fig 30 1 Fig 31 1 Fig 32 1 Fig 33 Fig 34 6 ...
Page 7: ...1 Fig 35 2 1 3 4 Fig 36 1 2 3 Fig 37 1 Fig 38 2 1 2 1 Fig 39 Fig 40 7 ...
Page 8: ...1 Fig 41 1 2 Fig 42 1 Fig 43 1 Fig 44 2 1 2 1 Fig 45 1 2 Fig 46 8 ...
Page 9: ...1 1 Fig 47 2 1 Fig 48 1 B A 2 1 Fig 49 9 ...
Page 158: ...158 ...
Page 159: ...159 ...